donderdag 27 augustus 2020

Fietstrekking Sumava National Park (Tsjechië)

 

We zijn in het Boheems woud net over de grens van Duitsland in Tsjechie. Hier gaan we een fietstrekking doen in het Sumava Nationaal Park. Dit zou het grootste nationaal park zijn van Tsjechië, en wordt ook wel de Groene longen van Centraal Europa genoemd. Tot 1990 was het enkel toegankelijk voor grenswachten en daardoor is het goed bewaard gebleven.

We laten onze bus achter op de camping in Zelezna Ruda en starten met onze fietstrekking. We weten nog niet hoeveel dagen we gaan fietsen en tot waar, het enige wat we weten is dat we oorspronkelijk de fietsroute 33 willen volgen die Sumava NP doorkruist. Al gauw merken we dat we liever een andere route nemen, die minder langs de autowegen gaat en eerder de onverharde fietspaden in de bossen van Sumava neemt. En zo volgen we de ‘Iron Curtain Trail’ (eurovélo 13) die ongeveer evenwijdig loopt met route 33. We merkten meteen een verschil dat deze route veel meer de kleinere wegen en boswegen neemt waardoor je vrijwel steeds autovrij aan het fietsen bent. Ideaal dus voor ons !!! Alleen kwam er de tweede dag wat twijfel opborrelen. Is dit met onze volle bepakking, een fietskar en 2 bengels wel een goede keuze? De route liep langs heel steile onverharde hellingen. Ik heb die dag zeker de helft van onze rijtijd mijn fiets naar boven geduwd. Sommige stukjes kon ik al fietsend doen, maar dat was tergend traag tegen 3km/u , dat zelfs de mensen die te voet met trekkingsrugzak ons voorbij staken. Bergop fietsen vraagt toch meer van een lichaam dan bergop wandelen, dat was ik precies vergeten :-S. Op een bepaald moment geraakte ik bijna niet meer vooruit, omdat mijn conditie het niet toeliet en mijn benen niet meer mee wilden. Iedere 100 meter stopte ik om mijn hartslag opnieuw naar beneden te krijgen. En dan kreeg ik er nog een vapeur bovenop. En hier moest Joris ook afstappen, de kinderen uit de fietskar laten en duwen maar… Toen hebben we even getwijfeld om toch maar terug die route 33 te nemen die eerder door de valleien gaat en geasfalteerd is. Maar doordat het volgende deel geen apart fietspad had, zijn we toch maar eurovélo 13 blijven volgen. En gelukkig voor ons werden de hellingen minder stijl en beter fietsbaar de volgende dagen.

Door de hellingen, onze volle bepakking, een fototrekkende Joris (al trekt Joris dit aspect in twijfel :-) ), de kinderen die zelf wilden fietsen of lopen, de vele plaspauzes, de “mama, stop eens, er kriebelt iets” pauzes, “mama, stop eens ik heb het te warm/te koud”, “mama, ik wil terug in de buggy”, de kibbelende kinderen in de buggy … en de onverharde wegen, fietsten we maar weinig kilometers per dag. Gemiddeld "fietsten" we slechts tussen de 10km en 20km, met een enkele keer 33 km. Maar afstand interesseert ons niet, alée, eigenlijk vooral mij niet. Ik wil niet opgejaagd worden en wil gewoon enkele uren kunnen fietsen. Een hele dag van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat vind ik te lang. Meestal stonden we rond 8uur op en vertrokken rond 10 met fietsen tot ongeveer 16u. We hadden een gemiddelde van 9,5km/u J. Dit is de effectieve beweegtijd. Met alle kleine stopjes bij, mag je dit gemiddelde nog eens door de helft doen. Maar voor ons maakt het niet uit hoeveel kilometers we doen, vooral het onderweg zijn in de natuur is van belang. Joris denkt er effectief ook zo over, maar heeft alleen soms even een paniekaanval als hij naar zijn kilometerteller ziet, en dan moet ik hem weer kalmeren. Ja … dat kalmeren was wel regelmatig nodig, omdat Joris horendol werd van ruziënde kinderen in de fietskar, meestal was dit tijdens een helling naar boven als hij aan het afzien was.

Als we op ‘macadam’ kwamen, was dit een zaligheid om op te fietsen. Op sommige asfaltwegen vlamden we tegen 40km/u naar beneden, zaaalig!! Joris kwam dan tegen 45km/u voorbij gevlamd, waarbij ik riep “je hebt de kinderen toch vastgemaakt in de fietskar?” Joris riep dan terug: “kheb gezegd dat ze zich goed moesten vasthouden!” En dan moet je weten dat op de handleiding van de fietskar staat dat je max. 25km/u mag rijden. Tja … dat heb ik het laatste jaar leren loslaten, hij zal wel weten wat hij doet zeker? Ik heb toen wel nog teruggeroepen, “ik zet het op onze blog hè!!” Voila bij deze…

We kampeerden op prachtige stille plekjes in het nationaal park, enkel werden we de 3de nacht weggejaagd door een parkwachter omdat je blijkbaar niet mag wildkamperen in het park. Oeps… dit wisten we niet! Niet dat we er ons iets van zouden aantrekken, maar dan zouden we het op zijn minst wel iets geniepiger gedaan hebben en niet vlak naast de fietsroute onze tent opgezet hebben. Ik probeerde de parkwachter nog om te praten met dat ik nergens iets heb zien staan op een bord of gelezen heb in het Engels. En dat we met de 2 kleine kinderen niet nog verder bergop kunnen fietsen, het was al 19u. Hij zei dat hij het niet kon toelaten en dat 5km terug naar beneden fietsen een kampplek is. Dus waar we vandaan kwamen :-( . Hij vraagt nog eens met aandrang om onze tent op te breken en hij zegt al vertrekkend dat hij geen boete geeft deze keer. Ok … we breken onze tent af en pakken alles terug in. Maar omdat we het niet zien zitten om 5 km terug naar beneden te fietsen en morgenvroeg diezelfde weg terug naar boven, slagen we een zijweggetje in, niet ver van de Duitse grens en zetten onze tent verdoken op in het dichtbegroeide bos. Juul was al in slaap gevallen en Janne moest stilletjes zijn want we mochten hier niet staan van ‘die meneer’. We hadden onze sporen (platgereden gras) terug recht gezet, dus normaal zou het niet zo moeten opvallen langs waar we ingereden waren. De volgende ochtend wil Joris op tijd de tent opbreken. Maar twee kleine kids ‘s morgens stil houden is niet gemakkelijk . Omdat het er zo stil is hoor je er ook alles…  Een beetje later horen we een auto passeren op onze zijweg waarvan wij dachten dat deze doodliep. “ohoowh, toch niet terug die parkwachter die op zoek is naar ons?” denken we. We geven de kinderen hun tut en sporen hen aan om stil te zijn. Joris zegt dat hij precies hondengeblaf hoort. “Euh.. . ja lap, als ze met honden ons zoeken dan zijn we er geweest. Maar ze gaan toch geen klopjacht doen met honden op een gezinnetje met 2 kleine kinderen die misschien aan het wildkamperen zijn?!?” Joris gaat nadien checken of die auto in de buurt gestopt is of verder gereden is. Joris komt terug en zegt dat hij niets ziet en we pakken snel al ons gerief in en gaan terug naar de weg. Als ik met Janne op de weg sta hoor ik precies weer een autogeluid en duiken we snel weer in de bosjes … Maar er komt niets meer aan. Juul begrijpt er nog niets van en maakt nog vrolijk irritante geluidjes, Janne beseft het wel en is wel wat bang en volgt ons. “Ik weet niet of dit wel zo pedagogisch verantwoord is om wild te kamperen met jonge kinderen”, zeg ik tegen Joris.  We voelden ons precies in ‘Kamp Waes’ waarbij de vijand ons niet mocht betrappen J. Soit, we waren blij dat we weer op onze fietsroute zaten. Die middag kwamen we een hotelletje tegen waar we bleven lunchen. Hier aten we heerlijk Tsjechisch eten en geraakten we aan de babbel met een Tsjechisch gezinnetje. Ik stelde hen de vraag waar je kon kamperen en zij kwamen met een brochure en app af waar er enkele gratis bivakplaatsen zijn in het Nationaal park. “Aah… zo doen die andere rugzaktrekkers dat.”


De volgende twee nachten slapen we op zo’n bivakplaats. Er is enkel een toilet, verder niets.  Ideaal, het is uiteraard minder mooi dan echt wild kamperen maar met de kids wel iets relaxter. Wij zijn de enige fietsers, voor de rest zijn er telkens een 8 tal tentjes van Tsjechen, die soms nog heel laat aankomen als het al donker is. Wat ons verbaasde is dat er best veel waren die geen tent bij hadden en enkel een tarp (zeiltje) om onder te slapen of gewoon onder de blote hemel, en het is nu niet dat het hier niet regent. Iedere dag hoorden we gedonder en fietsen we onder de donkere wolken, met af en toe een regenbui.

Janne vraagt wel iedere keer of we er mogen staan en als er een auto of brommer (in Oostenrijk zijn we ook eens weggejaagd door een brommer met onze bus;-) komt dan wordt ze bang. “ Hmmm, dat geeft Janne ook geen veilig gevoel natuurlijk, misschien moeten we maar wat voorzichtiger zijn met wat we zeggen tegen haar, het arm schaapje.”

We kwamen tijdens onze tocht superveel fietsers/mountainbikers tegen. Wat we niet wisten is dat het hier blijkbaar het walhalla voor de fietsers in Tsjechië is. Dit omdat je hier superveel fietspaden hebt waar geen auto’s mogen rijden. Ik denk dat wij in die 8 dagen voor 90% van onze fietstijd langs autovrije fietspaden hebben gereden. We zagen er mensen van alle leeftijden, elektrisch of op eigen kracht, mountainbikers met hun kinderen op een fietsstoeltje, … We hebben ongeveer 70% van onze fietstijd op gravelwegen gereden en de rest op asfalt. Dus voor ons voldeed deze eurovelo 13 volledig aan onze behoefte (behalve die paar stijle hellingen dan ;-) ).


We hebben praktisch de hele route de Iron Curtain trail gevolg, en zoals de naam zelf zegt, volgt deze route het voormalige Ijzeren Gordijn. En op verschillende plaatsen hebben ze hier een stukje laten staan. Eigenlijk zot dat dit pas 30 jaar geleden werd opgeheven. Trouwens onderweg kwamen we op een bepaald stuk enkele "leuke" borden tegen dat je daar niet van de weg af mocht omdat er nog niet ontplofte munitie lag. Altijd spannend met loslopende kinderen die soms plots even uit je zicht verdwijnen :-).

We vonden het een prachtig bosrijk gebied om door te fietsen en het was fantastisch om zolang autovrije fietspaden te kunnen volgen, wat eigenlijk uniek is. Hierdoor kon Janne, indien de hellingen het toelieten, ook af en toe fietsen en Juul op zijn loopfiets fietsen. Vooral het laatste stuk fietsten we langs het Schwarzenberskykanal. Dit is een kanaaltje van 1m breed dat ze eind 17de eeuw gegraven hadden in de bergen om goedkoop brandhout naar de grote steden te vervoeren. Dit kanaal hebben we voor ongeveer 30km gevolgd, eindelijk vlak fietsen.  Van daaruit zijn we naar het meer Lipno gereden, en de rest van de dag aan het meer gezeten, het was toch veel te warm om te fietsen die dag. En aan het mooie strandje hebben we (wild) gekampeerd. Na 8 dagen en een dikke 150km verder, en tussen de 200 en 600 hoogtemeters per dag, nemen we een veerboot naar het stadje Horni Plana waar we nog eens op een camping gaan staan. Joris rijdt de volgende dag via de route 33 die we oorspronkelijke zouden volgen terug naar Zelezna Ruda, waar ons busje staat. Na 110km en 1500 positieve hoogtemeters staat Joris tegen de middag terug aan onze bus. Hij was die ochtend vroeg opgestaan en is met de fiets in het schemerlicht en de mist vertrokken. Joris zei dat hij hier enorm van had genoten om gewoon even te kunnen doorfietsen. De eerste 2 uren al fietsend door de mist met de opkomende zon was fantastisch, zei hij. Hij heeft hier o.a. een vos en enkele reetjes gezien. Toen hij terug op de camping was, kreeg ik te horen dat we een goede keuze gemaakt hadden om niet deze route 33 te nemen. Desondanks de mooie stukken, loopt route 33 regelmatig langs wegen waar er wel wat verkeer is waardoor je beleving toch helemaal anders is. We hebben dus (voor ons) de goede keuze gemaakt!



























2 opmerkingen: