zaterdag 5 augustus 2023

Op weg naar de Vanoise


“Ik wring mij precies tussen 2 gigantische grote schaamlippen.”


We hebben net onze fietstrekking in de Ardèche achter de rug en we rijden door naar het Nationaal Park Vanoise. Het voelt zalig om de zweterige temperaturen in te ruilen voor wat friste. De berglucht en het uitzicht op de drieduizenders doet Joris goed. We passeren langs de weg nog een springkastelen attractie, waar we niet zomaar voorbij kunnen rijden met onze kids. Janne en Juul zijn uitgelaten en springen continue van het ene naar het andere springkasteel. Het ziet er dan ook fantastisch leuk uit, vooral die trein waar je door moet. Ik kijk stilletjes in het rond en zie alle ouders braafjes op de stoelen zitten. Ik zie grote etiketten waarop staat 'tot 12 jaar'. “Komaan Wendy … zoiets wil je toch wel is in uw leven gedaan hebben zeker?” Spreek ik tegen mezelf in. “Het is nu de moment, niemand kijkt”. Ik fluister stiekem naar Janne en Juul “Kom kindjes … mama wil is mee in de trein.” “Ja … mama gaat mee in de trein!” roepen ze uitgelaten. En echt serieus, ik wring mij eerst precies tussen 2 gigantische dikke schaamlippen naar binnen, met uiteraard de nodige attracties in de trein en op het einde wordt ik precies uit een aars geblazen en kom je eruit met je haren overhoop. Echt gieren!!! :-D “Komaan mama, nog is!” roepen Janne en Juul. Al lachend ben ik net uit de aars gekropen en zie een hoop ouders, allemaal naar mij staren. Oepsie!!! Ik heb het toch maar gehad, denk ik dan. Waarschijnlijk willen die er ook allemaal kei graag in en zijn die gewoon jaloers, denk ik in mijzelf. Joris komt ondertussen grijnzend aangewandeld, “Seg... daar staat een blad aan de kassa waarop staat dat ouders NIET op de springkastelen mogen!” “Ah echt? Oei … maar het is wel KEI leuk, moet je ook is doen.” grinnik ik nog na. Maar Joris houdt zich aan de regels, soms een beetje beroepsmisvorming, zeker? 


Nadien rijden we verder door naar een rustige wildkampeerplek. “De komende 2 nachten gaat het onweren, maar nadien zou het mooi weer zijn. Dus ideaal om dan een trekking te doen in de bergen.” zegt Joris. Ik zit er zelf een beetje gewrongen mee, omdat ik al had gezegd dat ik niet mee zou gaan. Want als ik nu te veel wandel, ga ik nadien misschien opnieuw zoveel last hebben als enkele weken geleden. Natuurlijk zouden 2 dagen alleen in alle rust me ook wel deugd kunnen doen. Anderzijds kan ik niet tegen de gedachte dat zij super mooie landschappen hebben zien en ik niet. Mijn gevoel wisselt continue van even alleen willen zijn, naar niet alleen willlen zijn, naar 'fomo' (fear of missing out) en naar angst voor meer pijn nadien. Maar dit laatste laat ik liever niet aan het stuur staan van mijn beslissingen.


Dag1: 7,5 km 600 hoogtemeters

Ik heb een zwart beeld!”

De ochtend van vertrek, beslis ik om toch mee te gaan, maar dan op mijn eigen tempo. Zodat ik vaker kan rusten en dus mijn voeten kan ontlasten. Op voorhand had ik een topografische kaart getekend voor de kinderen, uiteraard erg gesimplificeerd. En hierop duidde ik plekken aan waar ze een schatkistje kunnen vinden met snoepjes in.

Ik vertrek en we roepen nog naar elkaar “We houden wel contact met de gsm.” Maar al snel blijkt dat er geen bereik is. Ik loop ietsje voorop en verstop de kleine snoepschatkistjes. Op deze manier heb ik toch meer het gevoel dat ik bij hen ben, wat me een aangenamer gevoel geeft. Voor Joris voelt het net wat ongemakkelijker aan, omdat hij zich al had voorbereid dat hij alleen met de kids zou gaan. En aanpassing van plan is altijd even moeilijker voor hem. Maar misschien ook omdat hij wel eens wou uitproberen of hij alles alleen kan dragen.

In het begin moet ik wel even wennen aan het alleen wandelen en zijn mijn gedachten continue bij hen. Oei, dit is een moeilijker stukje voor Juul en Janne. Zou Joris hen hier een hand geven? Want als ze hier vallen dan zijn ze er niet meer, denk ik terwijl mijn maag omkeert. Zal ik misschien toch wachten op hen? Nee Wendy, komaan … Joris kan dat wel met de kinderen, we hebben het tenslotte toch zo afgesproken. Ik merk ook op dat mijn conditie best wel achteruit gegaan is. Pfff … geen leuk gevoel.

Uiteindelijk stop ik voor een klauterstukje met kabels en beslis dan toch maar om eerst te eten en hier op hen te wachten. Zodat we toch ieder één kind kunnen helpen als het nodig is. En dan kunnen we samen iets gaan drinken in de refuge boven.

Joris komt wat later aangewandeld met Juul aan een touw gebonden. “Alles verloopt goed”, zegt hij, “alleen gaan we wel heel traag.” Juul klaagt over het zelfgemaakte gordeltjes dat het te strak zit en ik wil het al meteen verbeteren. Tot Joris zijn grote frustratie, want hij was juist zo fier dat hij alles alleen had gedaan en het gordeltje goed strak zat. Ik breek hem dan af door dat te doen. Ajaj Wendy, denk ik nu. Uiteindelijk krijg ik het toch niet beter dan hem en maakt Joris het zoals hij het deed. Hij krijgt al stress van mij en vindt het alleen al gemakkelijker dan met een bemoeial ;-). Sorry Joris!

Janne en Juul klimmen vrolijk naar boven, want dit zijn net de plezantste stukken voor hen.

Boven drinken we iets in Refuge des Evettes met een prachtig uitzicht op de bergen, gletsjers en het gletsjermeer waar we straks onze tent gaan opzetten. Het laatste stukje wandelen we langs een Romeins bruggetje met daarachter een waterval van wel 40 meter hoog. En uiteraard … de uitgewezen plek om Droonie (onze drone) uit te laten. Het is wel een 'tricky' plek, want als hij hier valt, dan zijn we hem kwijt. Maar tja … eigenlijk waren we hem vorig jaar in Finland al verloren in een meer. Dus al wat we nu hebben is extra, denkt Joris. Na geruime tijd te poseren en bevelen op te volgen boven het kletterende lawaai van de waterval, want ja ... zo is dat in de realiteit :-), begint Joris plots hevig tekens te doen en te zwaaien naar ons. Hij doet teken dat we moeten komen en roept “Ik heb een zwart beeld, een camera error en ik zie Droonie niet meer!” Oh fuck, wat is dat toch met die drones, altijd stress. denk ik. Ik roep boven het helse lawaai uit van de waterval naar de kinderen “Janne!!! Juul!!! Hier blijven zitten en zeg wanneer je Droonie ziet! We zijn hem kwijt! Niet rondlopen, zitten!!!” We staan boven op de rotsen van de waterval, dus hier wil je niet per ongeluk van afglijden. “Kan je niet 'return to home' doen?!” roep ik naar Joris. “Nee, dat durf ik niet, want ik zie hem niet en als hij dan tegen de rotsen of in de waterval vliegt, hebben we hem niet meer! Nog een kleine 10 minuten batterij! Ik ga hem naar boven laten vliegen en dan op de kaart van mijn scherm onze richting laten uitvliegen. Dan moeten we hem toch ergens zien!” Onze ogen zoeken overal; onder ons bij de waterval, boven ons, … “Hij zou op 16 meter van ons zijn!” roept Joris. “ Ja!!! Daar boven ons!” Eindelijk zie ik hem en kan Joris hem op het zicht naar ons laten terugkeren. Oef!!! “Altijd stress met een drone, hè?” zeg ik grijnzend en toch ook opgelucht naar Joris toe. “Maar ik ben nog rustig gebleven, deze keer hè?” Antwoordt Joris.


Oké, genoeg waterval gezien. We wandelen nog 1,5 km verder om onze tent te zetten aan Lac des Evettes. 's Avonds begint het best wel koud te worden en kruip ik mee in de tent met de kinderen. Ik ben zo moe en heb eerlijk gezegd ook geen zin om in de koude naar buiten te gaan. Dus ik blijf gewoon liggen in de tent. Tot teleurstelling van Joris die buiten op me wachtte en een warme thee had klaargezet. Maar ik voel me niet zo lekker en blijf gewoon liggen.

Joris staat 's nachts om 01.00u op om een paar uur foto's te trekken van de sterrenhemel en de melkweg tot hij na 1,5 uur verkleumd terug in de tent kruipt. Het vriest vannacht. Ik heb al mijn kleren aangedaan die ik bij me had, op enkel mijn bikini na. Zelfs mijn regenbroek, donsjas en muts heb ik aan en ik zit net op de grens van 'net iets te frisjes' om al 'comfortabel warm' te noemen. De volgende nacht neem ik toch het voorstel aan om te wisselen van slaapzak, denk ik dan. Als je zo lichtgewicht mogelijk wil trekken, boet je soms in aan comfort en warmte. Ik krijg dan wel regelmatig de commentaar te horen van Joris “Jajaa... lichtgewicht gaan maar onderweg wel mijn gerief afluizen.”


Dag 2: 5,5 km 450 hoogtemeters:

Ik dacht dat een gletsjermeer vol ijsblokjes lag, mama.

De 2-daagse wordt omgeruild voor een 3-daagse trekking. Joris wil graag met de kinderen op daguitstap naar het gletsjermeer dat op 2850m hoogte ligt. Daar kan je grote ijsblokken zien die in het meer zijn afgebrokkeld. Dat is lang geleden dat ik dat nog gezien heb. Opnieuw last minute beslis ik om toch mee te gaan op mijn tempo. De kinderen zijn erg enthousiast omdat ze graag naar de sneeuw willen wandelen en de ijsblokken in het meer willen zien. Ze hebben ook nog nooit een gletsjer gezien. Wel grappig, ze leren hier verschillende nieuwe woorden kennen, zoals gletsjer en refuge. En Juul spreekt de 'r' uit als een 'l', “Hoe noemt dat nu weer mama? Gletsjel?”

Als we boven aankomen bij 'Lac de Méan' picknicken we daar. “Oh … ik dacht dat het meer er anders zou uitzien, zo met ijsblokjes.” zegt Janne. “ Ja, ik dacht ook dat het el andels uitzag”, antwoordt Juul. We steken het meer aan de monding van de gletsjerrivier over. “We moeten wel op tijd teruggaan, zegt Joris, want het water gaat komende uren enkel nog maar stijgen door meer smeltwater. Anders geraken we misschien niet veilig meer over.” Het water ziet er rustig uit, maar aan de andere kant stroomt het met veel geluid al kolkend naar beneden met daarop volgend een metershoge waterval. De gedachte alleen al dat hier Janne of Juul uitschuiven probeer ik weg de dringen.


Als we veilig aan de overkant geraakt zijn, zoeken we een rustig plekje op. “Ik wil wel op zo'n ijsschots zitten.” zegt Joris al lachend. Ik zie het iets minder groots en bedenk me dat het inderdaad wel fijn zou zijn om eens in een gletsjermeer te baden. Dàt wil ik wel eens gedaan hebben in mijn leven, denk ik dan. Ik kijk er al naar uit om erin te gaan zitten. Zo koud zal dat nu ook weer niet zijn, zeker? Ik kruip voorzichtig naar het ijskoude water. Janne en Juul lachen me al uit omdat ik net zoals een krab stap. “Ja wij willen ook krab spelen, haha!” roepen ze.

Het is IJSKOUD, en mijn zin om erin te gaan verminderd aanzienlijk snel. Maar ik wil natuurlijk kost wat kost er ingaan en er een mooie foto van hebben. Joris staat klaar met zijn camera. “Klaar Joris? Ik ga er maar kort in,” zeg ik. En met kleine 'whoeh!'-koudegilletjes (waar Joris altijd om moet lachen) laat ik me voorzichtig zakken in het water. Het is wel prachtig! Het water is ondoorzichtig door het gletsjergruis en ziet er melkachtig uit. Wat verder ligt een grote ijsschots en de gletsjer in ons zicht. Veel tijd om te genieten heb ik niet, want al snel krabbel ik er terug uit. “Oké … nog is?” Kheb de smaak precies te pakken. Nadien is het Joris zijn beurt. Het idee van op de ijsschots te zitten of er zelfs van af te duiken, laat hij maar varen. Want dan moet hij nog eerst 100 meter zwemmen. De kans is groot dat hij dat niet haalt. Telkens hij eruit komt, zeg ik “Ga er nog is in, dan trek ik nog wat foto's van die kant.” Of “Ooh... het was niet goed scherpgesteld, denk ik”. Na een derde keer “nog is een laatste keer, dan kan ik er nog een filmpje van nemen.” Joris gaat met enige tegenzin er een 4de keer in liggen. Als hij eruit komt roept hij telkens“aah, dat doet pijn.” De wind en de bijtende koude die pas komt als je eruit bent is snijdend.

“Da is wel zot eigenlijk,hè. Wij hebben gewoon in water gelegen dat al gigantisch veel jaren vast zat in een gletsjer.” Zeg ik. “Ja als je het zo bekijkt, is dat wel cool.” antwoordt Joris.


Na de nodige beelden vast te leggen, keren we terug over de monding van de gletsjer. Sommige stenen staan inderdaad al meer onder water. Het water is al een beetje gestegen. Joris gaat als eerste over en helpt één voor één ons naar de overkant zoals een echte gentleman.


Als we terug beneden zijn eten we opnieuw gevriesdroogd eten uit een pakje. Enkel Juul vindt het deze keer niet lekker. Maar omdat er niets anders is, proberen we toch nog zoveel mogelijk erin te proppen. Janne en Juul hebben een krijtje als speelgoed bij en kleuren op een grote rots. Gemakkelijk, denk ik eerst. Nu hebben ze een gigantisch krijtbord. Totdat Joris zegt: “Seg, dat is hier precies graffiti op die rots! Kom dat moeten we wegdoen. Ik wil hier graag zitten met een 'leave no trace'-principe.” Inderdaad, hij heeft gelijk, het ziet er niet uit. We proberen met behulp van water alles zo goed mogelijk weg te doen, maar het gaat er toch moeilijker af dan ik verwacht had.







Ondertussen is tegen de avonds het water in de kleine tientallen riviertjes rondom ons duidelijk ook aan het stijgen. Oeps! Als we de dronebeelden zien, staan we prachtig maar wel omsingeld door een labyrint van vele riviertjes die uit hun oevers beginnen te treden. Hopelijk blijven we vannacht droog, denk ik stilletjes.

Dag 3: 6 km en 100 hm naar boven en 500hm naar beneden.

De laatste ochtend pakken we (droog) alles in. We wandelen opnieuw naar de refuge zodat we er iets kunnen eten. Juul springt daar iets te enthousiast op een klimstukje en valt achterover. Ik kan hem nog net tegenhouden dat hij niet met zijn hoofdje op de rots neerkomt. Hij heeft zich serieus pijn gedaan en krijst het uit. Nadat hij terug bedaard is, gaan we verder naar de refuge en eten we onze buik vol. Ik vertrek eerst en verstop opnieuw de snoepschatkistjes. Onderweg zie ik nog een bergmarmot rondhuppelen. Naar het einde toe van de afdaling hebben we het allemaal wel wat gehad. Ik ben moe aan het worden en Janne en Juul zijn het wandelen wel beu geworden.


Bij aankomst wassen we ons in de gletsjerrivier en gaan we naar een restaurantje in het kleine oude gehuchtje L'Ecot. Je kan enkel te voet in het dorp geraken. Zowel de muren als de daken van de huizen zijn in stenen gemaakt. Super knap! We fantaseren erover, hoe het zou zijn om hier te wonen.

In het restaurantje kunnen we enkel nog pannekoeken krijgen, dus ons avondmaal wordt vandaag pannekoeken. Janne en Juul vinden dit in ieder geval niet erg.



Onze laatste dagen bezoeken we nog de gezellige dorpjes; gaan we uit eten op restaurant; bezoeken een marktje; schrijf ik de blog; Joris selecteert de foto's; roosteren hotdogs en marshmallows boven het kampvuur en we bezoeken het kapelletje Sainte Marie-Madeleine. Dit bezoeken we omdat het dezelfde naam heeft als Joris zijn (overleden) moeder. En als we toevallig ergens haar naam zien opduiken, krijgen we het gevoel dat ze even dag komt zeggen.

Verder houden we ons aan regelmatig een ijsbad te nemen door in de gletsjerrivier te gaan liggen of onder een waterval te douchen. Brrr … ijskoud, maar nadien doet het echt goed. Af en toe gevolgd door een gil van extase. Zaaalig!!! Waarom heeft Wijnegem geen waterval? Dat zou wel fijn zijn. Hoewel ... misschien wordt het na een tijdje een verplichting van jezelf om eronder te gaan staan?


En Joris profiteert er nog van om een trailloopje te doen van 31 km in de bergen. En onze laatste dag hebben we Janne en Juul laten rotsklimmen. In het begin wou Juul niet, maar nadien vond hij het heel leuk. Het afdalen vond hij nog te moeilijk en klom hij liever naar beneden. Die avond als ze al een tijdje in bed lagen, vroeg Juul ineens:”Mama? Is dit een 'acht'?” Eerst wou ik 'shhht stil zijn' roepen, maar hij laat zijn gebreide slang zien waar hij een achtknoop in heeft gelegd. Ik lach en antwoord “Ja dat is een achtknoop.” Zo grappig dat hij dit in zijn bedje nog probeert te reconstrueren wat hij tijdens het klimmen had geleerd van papa. Het is zo'n schatje, denk ik dan.:-D Een beetje zoals we iedere avond denken, als ze aan het slapen zijn en we in ons bedje kruipen. We dekken ze nog even onder en zeggen dan tegen elkaar: “Oooh … als ze slapen zijn het toch echt wel schatjes, hè?”

Eigenlijk hebben de kinderen het heel goed gedaan. Ze speelden superfijn met elkaar voor uren lang. Ze maakten stenen mannetjes, maakten dammetjes in het water, speelden allerlei fantasieverhalen, … Ik geraak er echt door ontroerd, als ik ze zo zie samenspelen als beste vriendjes. Dan ben ik erg blij dat we 2 kindjes hebben met niet te veel leeftijd tussen. Het was 'heavy' in het begin, maar het werpt zijn vruchten af als ze wat ouder zijn. Volgens mij gaan ze voor altijd een goede broer-zus band hebben. Natuurlijk was het niet àltijd koek en ei. Juul kreeg de laatste dagen ook regelmatig uit het niets een crisiske met luid gebrul. Met een rood gezicht, al huilend en al trillend riep hij dan: “MAAR IK WIL DAAAA!!!!!” Dat kon dan zijn omdat we iets vergeten waren mee te nemen uit de auto ofzo. Na 20 minuten werd hij wel opnieuw rustiger.







Verder vonden Janne en Juul de reis wel heel leuk. De schatkistjes met snoep en de springkastelen vonden ze het leukste :-D. En Juul zegt: “Schlijf maal dat Juul alles leuk vond en ook de splingkastelen.” En soms zei Juul tijdens onze reis ook dat hij het heel fijn vond dat we dit samen doen als gezinnetje. Dan smelt je hart wel. Juultje lijkt echt wel een familieman te zijn.

En wat ze het raarste van Frankrijk vonden, is toch wel begrijpelijk de WC's. Bij de eerste Franse WC vroeg Janne: “Wat is dat?” of later zelfs “Ei nee dat is een vieze douche!” Of op een camping: “Ja mama!!! Ik heb een WC mét bril gevonden!” En als we opnieuw in België naar openbare toiletten gingen, liep Janne enthousiast zoekend naar de WC's en riep: “Ik wil er één met een bril nemen!” Ze begreep niet waarom ik dat zo grappig vond. :-D.


En nu rijden we terug naar huis om de kinderen eens deftig te kunnen wassen en de dreads uit hun haren te halen :-).