Even een momentje gevonden om een
stukje van de blog te schrijven, want ik merk dat de vermoeidheid na
deze fietstrekking toch hoog opgelopen is bij mij. Ik zit hier nu op
het terras van onze ferry (Tallinn-Helsinki) te luisteren naar een
optreden van een live Fins bandje. Een gezelligere plek kon ik niet
vinden, denk ik. En Joris … die zit nu een verdieping lager met de
kinderen in een cinemazaaltje met gratis popcorn en een best wel te
luide Finse kinderfilm.
Even enkele
cijfertjes over onze fietstrekking in Saaremaa:
9
dagen onderweg: 8 fietsdagen en 1 rustdag
In
totaal 190 km gefietst
Snelheid:
10 à 20 km/u
20
à 30 km per dag fietsen
2
nachten op een camping tijdens de rustdag en 6 nachten wild
gekampeerd (soms op RMK plekken, dit is een Ests' agentschap zoals
Natuur en Bos bij ons. Ze maken plekken in de natuur beschikbaar
waar je wild mag kamperen met picknickbanken, kampvuur/grill
voorzieningen, droog toilet en droog hout (allemaal gratis).
Fietsroute
was langs de kust van Soela (gehuchtje) tot Rahuste.
Terugrit
van Joris naar onze camper: 3u voor 80 km.
Saaremaa is een eiland in Estland en is
even vlak als Vlaanderen, dus dat kwam goed uit - vooral voor mij dan
- want Janne en Juul hingen met hun fiets d.m.v. een 'Follow-me'
achteraan onze fiets. We probeerden zoals altijd de rustigste wegen
op te zoeken, en dus ook meestal onverharde wegen. Wij fietsen liever
op onverharde wegen met af en toe een auto die passeert, dan een
asfaltweg waar je goed kan doorfietsen maar de auto's en vrachtwagens
langs komen gescheurd. Maar dat betekent natuurlijk dat we weinig
km's kunnen afleggen per dag. En uiteraard mede door de vele
tussenstops voor onze privé fotograaf Joris (al spreekt Joris me
tegen als ik dit benoem en zegt hij dat hij amper tijd krijgt om hier
een daar eens snel een foto te nemen :-) ). En nu is er natuurlijk
ook nog Droonie, die zorgde ook voor wat stress bij Joris. Droonie
uit de bomen, de hoogspanningskabels, de zee, vuurtorens en
privégebied houden, en dan nog ondertussen prachtige beelden willen
maken, begrijpelijk waarom hij stress kreeg. En uiteraard stopten we
ook regelmatig voor de kids die honger hadden, kaka/pipi moeten doen
op de moeilijkste momenten en wilden spelen aan het strand of op een
speeltuin. Soms wou Janne zelf fietsen, soms vonden de kids het
fietsen saai en andere keren zaten ze met twee volledig in hun
fantasiespel als we naast elkaar fietsten. En lol dat ze dan
hadden!!! Dan waren ze wel super schattig en heel gemakkelijk voor
ons. En uiteraard zeiden ze ook: “Is het nog lààààng?” en
“Ik ben moooeeee”-gezeur en zelfs Juul die zei “Mama trap jij
nu ook mee, want ik ben jou al heel de tijd aan het duwen en ik ben
nu wel moe hoor!” en “MAMA … SNELLER!! SNELLER!!!” en dan
keek ik achteruit en zag ik Janne ondertussen haar rem indrukken. En
als je dan stopt omdat ze moe zijn, dan zijn die bengels weer kei
actief aan het rondhossen en krijg je ze niet meer van de
plaatselijke speeltuin … een wispelturig en selectief energiepeil,
zou ik zo zeggen.
Dag 1: Een nieuw Ests woordje
geleerd: “Erama”
De eerste dag zijn we vertrokken tussen
de kleine buien door en ontdekten we dat het woord 'ERAMA' privéland
betekent. Er zijn dus veel privéwegen waar we eigenlijk niet mochten
rijden. Soms moesten we terugdraaien, maar soms “veegden we onze
botten eraan” en reden we gewoon door. Zo stopte een weg bij een
eigendom van een huis en op de kaart zagen we dat deze weg doorliep
achter het huis. En vermits ik niet graag terugdraai, reed ik door
tot een auto waar een stevige Est naar me toe kwam. Hij had een norse
uitdrukking op zijn gezicht en hield Joris in het oog die wat
verderop wachtte. Op de vraag of hij Engels sprak, zei hij kortaf
“No!” Ik probeerde toch nog te vragen of we door konden rijden en
hij zei “No, blocked!” en gebaarde een kruis met zijn armen. Echt
vriendelijk vond ik hem niet. Ik draaide terug en zag dan aan hun
huisje ineens zijn madam met een handdoekje over haar gelegd. Ze was
duidelijk naakt aan het zonnen ... Oeps, gelukkig liet Joris Droonie
net niet uit vliegen.
We vonden geen geschikte kampeerplek en
zaten lang op privéland, waardoor we doorfietsten tot 17u30.
Uiteindelijk vonden we een plekje in het bos, vlakbij de klif
Panga Pank die in de top 3 staat van bezienswaardigheden van
Saaremaa. En pffff ... ik was echt moe! Dit was een veel te lange dag
voor mij en ook voor de kinderen, want ze begonnen te zeuren en dat
vraagt super veel energie van mij. Op een dag als deze wanneer ik moe
ben, neemt Joris veel over van de avondtaken, zoals koken en de kids in bed leggen, gelukkig. En dan ga ik soms even “ontprikkelen”
door een wandelingetje te maken. Als ik terug kwam, waren ze nog
steeds niet aan het slapen. Het is hier natuurlijk lang licht en een
eerste nacht in de tent was allemaal te nieuw voor hen. Allée … om
een lang verhaal kort te maken … na 2 uur gaan wij uiteindelijk
slapen en zijn ze nog steeds 'het zotteke' aan het uithangen. Oké …
dan maar even onze frustratie omzetten naar een grappig momentje en
dit op film zetten, dan konden we er zelf ook mee lachen en hen er
later mee confronteren :-).
Dag 2: Mierenland
De 2de dag kregen we mooi weer en
bezochten we de kliffen. Voor onze lunch wilde Juul graag aan de zee
eten en spelen. Vermits hier dus ook veel 'Erama' aangegeven stond,
hadden we dan uiteindelijk toch een niet-privéweggetje gevonden dat
tot aan de zee liep. We zette nog maar één voet op de grond ... en
ik weet niet waar ze vandaan kwamen, maar onze voeten zaten op 2
seconden onder de mieren. Ze waren met honderden en ze waren
agressief aan het bijten. Janne en Juul sprongen al gillend in het
rond en weenden hysterisch. Ik riep naar Joris: “Pak de kinderen
snel op!”, waarna Joris dit deed terwijl de mieren op hem kropen.
Ik probeerde ondertussen vloekend mijn fiets om te draaien op het
smalle zandweggetje (wat niet gemakkelijk is met die follow me) en
als ik omgedraaid was zette Joris een hysterische Juul achter mij op
de fiets. Ik klop nog wat mieren van Juul en mezelf af, geef Juul het
bevel dat hij zijn voeten NIET op de grond mag zetten … en vertrek
zonder te stoppen. Het manneke ocharme … kei bang en met zijn
voetjes op de trappers, zei al wenend “Dat is geen goede
picknickplek hier, hé mama? Dat is Mierenland!” Joris is iets
behendiger met zijn fiets en vertrekt achter mij met eveneens een
hysterische Janne achterop ... Oef, terug op de weg en blij dat we
uit Mierenland zijn, zegt Janne tegen een miertje dat ze nog ziet
passeren “Hé miertje, ga jij maar naar jouw vriendjes in
Mierenland, daar is het mierenfeest!” en ze wijst naar de weg waar
we uitkwamen.
's Avonds vinden we een heel mooi
kampeerplekje langs de zee, waar we super veel fossielen vonden. We
zochten allemaal heel enthousiast en bekeken tientallen stenen. De
mooiste verdwenen in onze zakken. Alé, eigenlijk in Joris zijn
fietstassen.
De kids sliepen deze keer al sneller
in, rond 20u. Fijn dat we nog even tijd hadden. Joris ging naakt nog
een avondzwemmetje doen in de zee, er was hier toch geen kat te zien.
Er was veel zeewier in de zee en toen hij tot aan zijn middel in het
water stond, merkte hij op dat al het zeewier bleef hangen in al zijn
beharing, na wat gevloek keerde hij maar terug. Ik ga niet teveel in
detail treden, maar terug op het strand was hij gedurende een
kwartier zo veel mogelijk zeewier aan het plukken uit zijn
schaamhaar. Waarna hij opkeek en niet veel verder 2 vrouwen zag
naderen, die gezien de open omgeving toch al enkele minuten zicht hadden op hem. Die zullen zich waarschijnlijk ook
afgevraagd hebben wat die rare kwibus aan het doen was in zijn
'nakie'. Hilarisch … ik kreeg die avond regelmatig nog de slappe
lach over dit voorvalletje … en nu nog als ik eraan terugdenk.
Nadien konden we nog genieten van een
kampvuurtje en een ondergaande zon in de zee. Uiteraard met de nodige
foto's en dronebeelden.
Dag 3: “God bless you”
De derde dag kwamen we een supermarktje
tegen en gingen we inkopen doen in een klein dorpje. De volgende
supermarkt zouden we pas na enkele dagen tegenkomen. Het was een
beetje feest, want we kochten ook ijsjes, veel fruit, snoepjes en
chips. Het was een gezellig klein dorpje met een speeltuin, een
kerkje dat we konden bezoeken en een overdekt podiumpje waar Janne en
Juul een optreden gaven voor ons. Toch voelde het er een beetje raar
aan, omdat de kassierster in de winkel ons wantrouwde. Er was weinig
communicatie en ze sprak geen Engels, maar we voelden gewoon dat ze
erg argwanend was en dacht dat we iets gingen stelen in de winkel en
haar winkelmandje niet gingen terug brengen. De gemeentewerker die
het gras afreed lachte ook niet en zei geen goedendag tegen ons. Ik
besefte ineens hoe het moet aanvoelen voor allochtonen of kleurlingen
die dit in België continue meemaken. Zo zie je dat vriendelijkheid
en vertrouwen toch een enorme invloed heeft op je gevoelswereld en
misschien wel behoort tot een basisbehoefte. De mevrouw van het
kerkje was wél heel vriendelijk, ze deed de kerk speciaal open voor
ons. Ze had de deur dicht gedaan omdat het zo hard waaide, vertelde
ze ons. Als we vertrokken zei ze nog “God bless you!” en
glimlachte naar onze kinderen. Mijn onaangename gevoel, veranderde
meteen.
We fietsten verder en doorkruisten
onverharde wegen die soms wel tot 100meter lang onder water gelopen waren. En we eindigden op een mooie RMK
kampeerplek aan de zee, grilde onze net gekochte worstjes en maakten
een autobaan met stenen. Geweldig voor de kinderen en ook voor ons
natuurlijk. En op de koop toe ontmoette we een super vriendelijke Est
die onze powerbank wou opladen in zijn mobilhome.
Dag 4: Onderwaterweg
's Ochtends maakte ik stenen mannetjes
op het keienstrand en de kids versierde ze met zeewier en alles wat
ze vonden. “Kijk mama, die mier gaat al in ons kasteel, ze vindt
ons kasteel mooi!” riep Janne blij.
Tijdens het fietsen hebben Janne en
Juul super veel fun samen in hun eigen wereldje. En als we achter
elkaar fietsten op een 'macadam weg', fietste Joris meestal een stuk
voorop en ik 100 meter erachter. Ik en Janne al zingend, ieder zijn
eigen lied, maar dat stoorde ons niet. We genoten gewoon …
We stopten onderweg bij een huis om ons
drinkwater aan te vullen en trokken verder met 13 liter water, waar
eerlijk gezegd Joris 12 liter van meezeulde. Maar zelfs met deze
volle watervoorraad, zwaardere bepakking en onze gevonden fossielen
(die iedere dag aangroeide), bleef Joris sneller fietsen dan mij.
Later wou Janne ook zelf fietsen en koppelde we ze af van de 'follow
me', ze deed dat super goed. Ze fietste zelfs door los zand, terwijl
Joris en ik moesten stoppen en afstappen. Janne was natuurlijk super
fier en 'zette nog een vitteske bij'.
We kwamen een fietser tegen die ons
waarschuwde dat de weg onder water stond. Hij was net teruggedraaid
en zei dat we er niet door konden. Ik en Joris hadden hier een
discussie over. Ik wou het graag proberen, we hadden immers al door
wegen die onder water stonden gefietst. “Er kan toch niks ergs
gebeuren, we doen onze sandalen aan en duwen onze fiets erdoor
terwijl de kids erdoor wandelen”, zei ik. Maar Joris was bang voor
de dure Rohlofnaaf van zijn fiets. “ Die is niet gemaakt om heel de
tijd onder water te staan, als er daar water in komt, gaat het stuk
en kan ik niet meer fietsen dit verlof”, zei hij. Op de kaart zien
we nog een andere weg die parallel loopt, en we probeerden dan maar
deze weg. Deze weg liep dood en noodgedwongen moesten we terugkeren
tot mijn frustratie. En Joris was de hele tijd aan het stressen,
omdat hij al een voorgevoel had van in het begin van deze weg, dat we
misschien niet door konden. En dan komt dat nog eens uit ook! Als we
opnieuw aan het begin staan waar we die fietser hadden tegen gekomen,
ontstaat er weer een discussie. Ik wil nog steeds de korte weg van 2
km proberen die onder water gelopen is. En Joris … die wil nog
steeds 16km omrijden, wat tegen ons tempo 2uur zou duren volgens mij
(dit is ook een gravelweg). Het was al laat, ik was moe en ik zag het
eerlijk gezegd ook niet zitten om 2 uur om te rijden. Ik zag een
mooie wei met hoge grassen en stelde voor om hier dan maar te
overnachten. Best nog een mooie plek met veel libellen. Uiteindelijk
konden we ons beiden hierin vinden. Ik waste ons kookgerief af in een
plas water op de zandweg en Joris ging die avond te voet 'de
onderwaterweg' inspecteren nadat er ondertussen al verschillende
jeeps en moto's waren terug gedraaid. Hij had deze weg 2,5 km te voet
verkent en zei “Ja, ik denk dat het wel moet lukken!” Ik werd er
instant blij van … ik had er stiekem al op gehoopt dat hij dat ging
zeggen.
Dag 5: Bang in ons tentje
De volgende dag was een korte dag van 9
km fietsen. En avonturiers als wij zijn … fietsten we langs 'de
onderwaterweg' waar andere fietsers, moto's en jeeps niet door
durfden. We vonden het allemaal super leuk, Janne duwde haar eigen
fiets, en Juul hing aan bij Joris. Het zou zonde geweest zijn om deze
weg over te slagen. Zo zie je dat ieder toch zijn eigen beleving
heeft over éénzelfde situatie.
Die middag kwamen we aan op een super
mooi zandstrand van het schiereilandje Harilaid. De kids vonden het
geweldig om een namiddagje te spelen op het strand en ik om een
beetje te zonnen en te picknicken op het strand. Ik kreeg meteen de
leuke herinneringen van toen ik nog een kind was, en genoot dubbel …
Toen ik dit tegen Joris vertelde, zei hij “ Oh nee, ik heb daar
eigenlijk een 'degout' van gekregen vanuit mijn kindertijd, met al
dat zand tussen je eten en knarsend in je mond, bah … ik eet niet
graag op het strand”.
Kiipsaare is een uniek stukje met een
oude scheve vuurtoren die in de zee staat. 120 jaar geleden stond
deze vuurtoren blijkbaar nog in het midden van dit schiereilandje.
Door de grote stormen verplaatste het schiereiland zich telkens en
staat de vuurtoren nu in het water. Wat ook heel bijzonder is en dat
is de reden waarom ik zeker langs hier wou fietsen, is dat door het
verplaatsen van het land er eveneens een lange strook strand ontstaan
is op het puntje. Dus er is een strand van 500 m lang en 3 à 5 m
breed met aan beide kanten de zee. Je staat precies midden in de zee.
En zoals de kinderen zeiden “tussen twee zeeën”.
's Avonds aten we op het strand. Ik
voelde me net in Expeditie Robinson. Uiteindelijk beslisten we om
onze tent toch maar vlak achter het strand in de duinen te plaatsen
i.p.v. op het strand, omdat we ze hier toch iets beter konden
vastmaken en ik toch stiekem een beetje schrik had voor hoogtij. Ik
had wel opgezocht dat het eb werd vannacht en hoewel er hier maar een
paar meter verschil is tussen eb en vloed, nam ik toch maar liever
het zekere voor het onzekere. “Je weet toch maar nooit”, dacht
ik.
Ook in de grasduinen was het uiteraard
niet evident om piketten in het mulle zand te kloppen. Als je er een
beetje tegen duwde, kwamen ze al los. Dus met behulp van gevonden
drijfhout en takken, konden we onze tent toch stevig recht zetten.
Een beetje later zagen we donkere regenwolken onze richting uitkomen
en kwam er een stevige wind opzetten. “Lap, net nu we onze tent op
het mulle strandzand hebben geplaatst!” zei Joris. “Misschien
moeten we toch maar extra takken gaan zoeken om alle
bevestigingspunten en stormlijnen vast te zetten”, zei ik. Ik ging
op het strand nog extra stevige takken zoeken die als piket konden
dienen. En Joris legde onze fietsen plat op de grond en gebruikte
deze nog als extra verstevigingspunten. We konden nog even genieten
van de prachtige lucht. Want echt … we hebben nog nooit zoveel
mooie wolken gezien zoals in Estland, van wit tot diep blauw tot
donker grijs met ontelbare schakeringen ertussen. Spijtig genoeg
kreeg Joris de werkelijkheid niet op foto. We kropen in onze tent en
ze zetten de sluizen open boven ons, 'het viel er met bakken uit'.
Het werd letterlijk en figuurlijk 'een bewogen nacht'. De regen
maakte dat we elkaar soms niet meer konden verstaan, we riepen tegen
elkaar om toch iets te kunnen zeggen. Dan hoorden we gedonder en
zagen we de lichtflitsen van bliksem door ons tentzeil. We telden
allebei in stilte het aantal seconden tussen de bliksem en de donder.
Het onweer was vlak boven ons! … We spraken niet tegen elkaar. Ik
was zooooo bang dat onze tent het niet ging houden en lag roerloos in
mijn slaapzak naar het wapperende tentzeil te staren. Mijn gedachten
gingen tegen mijn wil naar alle 'worst-case scenario's' die maar
konden gebeuren. Alle enge verhalen die ik ooit gehoord had over
tenten die scheurden in stormen kwamen boven. Ik probeerde ze telkens
te doen stoppen, want ik had schrik dat ze anders misschien gingen
uitkomen. We waren niet voorbereid op zo'n 'worst-case scenario', we
lagen allemaal in onze pyjama in onze slaapzak met al onze spullen
slordig in het rond. Ik keek naar Joris en die lag met zijn ogen
dicht, ik besloot toch maar iets te zeggen en zei “Ik ben bang”.
Joris zei “Ik heb ook schrik voor onze tent … ik ben al aan het
denken wat we moeten doen als onze tent scheurt.” “Ik durf zelfs
niet zo ver na te denken”, zei ik. Opnieuw stilte … en ieder voor
zich telden we in spanning het aantal seconden tussen het gebliksem
en gedonder tot we merkten dat het onweer ook weer snel voorbij trok.
Maar de nacht was nog niet gedaan. Er trokken nog zo'n 2 of 3 stormen
voorbij, soms vlak naast ons en soms recht boven ons. Telkens angstig
gespannen en luisterend naar de dreigende natuur die van zich liet
horen. En de kinderen … ongelooflijk maar waar, die sliepen gewoon
door het helse lawaai. Gelukkig … want ik wist echt niet hoe ik hen
zou moeten geruststellen, terwijl ik zelf bijna in mijn broek deed
van de schrik.
Veel hadden we die nacht niet geslapen.
Dag 6: 6uur zoeken over 6km
's Morgens verbaasden de kinderen zich
dat onze fietsen op de grond lagen en vastgemaakt waren met touwen
aan de tent. Zij hadden precies als roosjes geslapen. Die ochtend
kwamen er nog enkele buien over, maar gelukkig geen storm meer. We
ontbeten in de tent en vertrokken opnieuw langs dezelfde weg terug
met in het begin onze fiets duwend door het losse zand. Janne duwde
haar eigen fiets met het nodige gemopper. We hadden gisterenavond
gemerkt dat de as van Janne haar voorwiel verdwenen was. Dit is dus
ook het stukje waarmee we Janne haar fiets aan de 'follow me' konden
hangen. We moesten toch dezelfde weg terug nemen, omdat we tot het
uiterste puntje gereden waren en besloten daarom om het onderdeel te
gaan zoeken. Joris checkte a.d.h.v. de foto's die hij gisteren nam,
wanneer ze het laatst nog die as had en wanneer niet meer. Hij
ontdekte dat dit over een stuk van +- 6 km was. Eigenlijk een spelt
in een hooiberg. Na een paar kilometers splitsten we ons. Joris ging
met zijn fiets zoeken en ik ging met de kinderen al picknicken. Als
Joris terug was, had hij spijtig genoeg het nieuws dat hij niets
gevonden had. Dan ben ik nog eens gaan zoeken en wonderbaarlijk vond
ik 1 stuk van het onderdeel ... kei blij, want dan zal het andere
stuk niet ver weg zijn. Joris vertrok al met de kinderen en ik ging
nog eens de hele weg zoeken naar het andere onderdeel. Ik was ervan
overtuigd dat ik het ging vinden. In totaal hebben we 6 uur gezocht,
maar tevergeefs! Ik twijfelde of ons fietsverhaal dan nu hier zou
stoppen. Ik wou het nog wel proberen, maar had wel de bedenking dat
als Janne alles zelf moet fietsen, dit véél meer energie vraagt om
haar continue te moeten motiveren. Dat is te vermoeiend voor mij.
Maar oké … we proberen het.
Vermits ik het toch wat onveilig vond
op deze manier, fikste Joris die avond iets met 'colsonbandjes' in
elkaar, waardoor haar voorwiel tenminste niet meer enkel met de
remblokjes werd vastgehouden.
Dag 7: Cannabis thee
Janne fietste die dag de 29 km helemaal
zelf. Wel met af en toe Joris die haar duwde, maar het lukte best
goed. We lokte ze ook met beloningen zoals snoepjes, een ijsje en een
fruitzakje.
Onderweg fietsten we nog langs een veld
met cannabisplantjes. “Zeg Joris … zal ik anders wat plukken om
thee van te maken vanavond?” zei ik. We waren vergeten om
theezakjes mee te nemen op onze tocht en als we zin hadden in thee,
dan zocht ik wat bloemen en blaadjes bij elkaar waar we thee van
konden maken. Dus … Cannabisthee, nog nooit gedronken. Ik heb al
wel van die CBD-olie eens genomen, dus dit zal dan ook wel kunnen.
Het leek me wel tof om het eens uit te proberen, het zal wel niet
zo'n kwaad kunnen. Joris antwoordde: “Ja dat is goed, pluk maar!”
En zo gezegd, zo gedaan. Die avond stonden we op een camping en
maakte ik cannabisthee van de plantjes, als de kinderen in hun bed
lagen. Je weet nooit, dacht ik, moesten we eens beginnen te
hallucineren. En vermits ik zin had in wat zoetigheid, vroeg ik aan
andere kampeerders of ze wat honing hadden voor onze thee. “Ja,
natuurlijk … hier is wat verse honing van een plaatselijke boer”,
zei ze. En onze thee smaakte super lekker, misschien lag het ook aan
de honing die erbij was natuurlijk. Ik vertelde hen dat Janne haar
fiets stuk was en haar man vertelde dat hij een 'fikser' was en graag
mee keek wat hij voor ons kon doen. En ja … samen met Joris maakte
hij van een BBQ-setje een voorlopige as waarbij de fiets van Janne
opnieuw zou kunnen aanhangen met de 'follow-me'. Uiteindelijk hebben
we niets gemerkt van de cannabisthee, geen roze olifantjes die nacht.
Dag 8: “Islander life”
We nemen een rustdag op de camping,
zodat de kids een hele dag kunnen spelen. Ze maken zelfs al een
vriendinnetje op de camping … zo schattig om te zien hoe ze kunnen
samenspelen zonder dat ze elkaars taal spreken. De camping ligt vlak
bij de zee, dus een strandnamiddagje wordt een activiteit.
Toen we gisteren aankwamen had ik ook
al tegen de campinguitbater verteld over Janne haar fiets en hij
stelde voor om het verloren stukje te laten namaken door zijn
buurman. Dat zou iemand zijn die volgens hem, alles maar dan ook echt
alles, kan maken in metaal. “Ja maar, dit is wel echt heel
specifiek voor de follow-me” zei Joris. Hij bekeek even hoe alles
in elkaar zat en zei “Yes, he can fix this, he can make everything.
This is a piece of cake for him.” Een uurtje later komt hij naar me
toe en zegt: “It's fixed, I've put it already on the bike.” Wow
dat is snel, ik ga meteen kijken met Janne en Juul en hij heeft het
nieuwe onderdeel inderdaad al geïnstalleerd. Ik moet al twee keer
kijken vooraleer ik zie welk de originele kant is en welk het
'nagemaakte stuk' is. Vanuit volle bewondering bedanken we hem
uitvoerig waarop hij trots antwoord: “That's islander life! We can
not always go to a shop, we need to help ourselves on the island”.
Vervolgens vraag ik hem hoeveel we moeten betalen. “ Bwaah, it's
okay … everything for the kids”, zei hij. Joris maakte nadien nog
enkele drone beelden van zijn camping als bedankje. Zo kunnen we toch
nog iets terug doen voor hem.
En 's avonds sluiten we onze rustdag af
met een sauna als onze kids in hun bed liggen. Zaaalig.
Dag 9: Laatste fietsdag
Ik voelde me na de rustdag nog steeds
moe. We beslisten dat dit dan de laatste fietsdag wordt naar een
blokhut van RMK in het midden van het bos … een mooie afsluiter.
De laatste fietsdag zeurde Juul precies
ook veel meer, of is het nu omdat ik zelf ook vermoeider was dat ik
misschien minder kon verdragen, of we zijn allemaal wat moe geworden.
We kookten 's avonds op een houtvuur
met een Jamie Oliver pan van het blokhutje en plannen die avond dat
Joris de volgende ochtend vroeg op staat om dan via de kortste weg
terug te fietsen naar Fiona, onze camper.
Zoek onze tent...
Dag 10: Fiona ophalen
Joris vertrekt 's morgens om 05.45u.
Hij fietste in 3uur 80km zonder bepakking naar Soela en haalt daar
Fiona op, passeert langs een winkel en komt ons ophalen. Als alles
terug ingepakt is, dan bezoeken we nog een oude windmolen met een
gezellig café'tje en een grote vuurtoren die we, tot grote vreugde
van de kinderen, konden bezoeken. We sluiten de dag af in een
restaurantje met een lekkere vismaaltijd en een mooie wildkampeerplek
met uitzicht op de zee.
Als we terugblikken op onze
fietstrekking, dan zijn we best wel tevreden. Voor ons was het een
perfecte fietsroute. Soms waren we zoekend naar een evenwicht tussen
fietsen en onstpanning, maar ik denk wel dat we er zeker in geslaagd
zijn. Als ik aan Janne en Juul vroeg wat zij het leukste vonden, dan
vertellen ze de strandjes, de kampplekjes en de worstjes grillen. En
als ik vraag naar het fietsen, “Aja … fietsen vond ik ook wel
leuk”, zegt Janne dan. Af en toe was er eens een kaka of pipi in
de broek, of gillende kinderen in de tent voor een spin. Maar over
het algemeen denk ik dat we er allemaal wel van genoten hebben met de
normale ups en downs van het leven.
De komende week nemen we wat rust en
reizen we richting Finland.