donderdag 27 augustus 2020

Fietstrekking Sumava National Park (Tsjechië)

 

We zijn in het Boheems woud net over de grens van Duitsland in Tsjechie. Hier gaan we een fietstrekking doen in het Sumava Nationaal Park. Dit zou het grootste nationaal park zijn van Tsjechië, en wordt ook wel de Groene longen van Centraal Europa genoemd. Tot 1990 was het enkel toegankelijk voor grenswachten en daardoor is het goed bewaard gebleven.

We laten onze bus achter op de camping in Zelezna Ruda en starten met onze fietstrekking. We weten nog niet hoeveel dagen we gaan fietsen en tot waar, het enige wat we weten is dat we oorspronkelijk de fietsroute 33 willen volgen die Sumava NP doorkruist. Al gauw merken we dat we liever een andere route nemen, die minder langs de autowegen gaat en eerder de onverharde fietspaden in de bossen van Sumava neemt. En zo volgen we de ‘Iron Curtain Trail’ (eurovélo 13) die ongeveer evenwijdig loopt met route 33. We merkten meteen een verschil dat deze route veel meer de kleinere wegen en boswegen neemt waardoor je vrijwel steeds autovrij aan het fietsen bent. Ideaal dus voor ons !!! Alleen kwam er de tweede dag wat twijfel opborrelen. Is dit met onze volle bepakking, een fietskar en 2 bengels wel een goede keuze? De route liep langs heel steile onverharde hellingen. Ik heb die dag zeker de helft van onze rijtijd mijn fiets naar boven geduwd. Sommige stukjes kon ik al fietsend doen, maar dat was tergend traag tegen 3km/u , dat zelfs de mensen die te voet met trekkingsrugzak ons voorbij staken. Bergop fietsen vraagt toch meer van een lichaam dan bergop wandelen, dat was ik precies vergeten :-S. Op een bepaald moment geraakte ik bijna niet meer vooruit, omdat mijn conditie het niet toeliet en mijn benen niet meer mee wilden. Iedere 100 meter stopte ik om mijn hartslag opnieuw naar beneden te krijgen. En dan kreeg ik er nog een vapeur bovenop. En hier moest Joris ook afstappen, de kinderen uit de fietskar laten en duwen maar… Toen hebben we even getwijfeld om toch maar terug die route 33 te nemen die eerder door de valleien gaat en geasfalteerd is. Maar doordat het volgende deel geen apart fietspad had, zijn we toch maar eurovélo 13 blijven volgen. En gelukkig voor ons werden de hellingen minder stijl en beter fietsbaar de volgende dagen.

Door de hellingen, onze volle bepakking, een fototrekkende Joris (al trekt Joris dit aspect in twijfel :-) ), de kinderen die zelf wilden fietsen of lopen, de vele plaspauzes, de “mama, stop eens, er kriebelt iets” pauzes, “mama, stop eens ik heb het te warm/te koud”, “mama, ik wil terug in de buggy”, de kibbelende kinderen in de buggy … en de onverharde wegen, fietsten we maar weinig kilometers per dag. Gemiddeld "fietsten" we slechts tussen de 10km en 20km, met een enkele keer 33 km. Maar afstand interesseert ons niet, alée, eigenlijk vooral mij niet. Ik wil niet opgejaagd worden en wil gewoon enkele uren kunnen fietsen. Een hele dag van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat vind ik te lang. Meestal stonden we rond 8uur op en vertrokken rond 10 met fietsen tot ongeveer 16u. We hadden een gemiddelde van 9,5km/u J. Dit is de effectieve beweegtijd. Met alle kleine stopjes bij, mag je dit gemiddelde nog eens door de helft doen. Maar voor ons maakt het niet uit hoeveel kilometers we doen, vooral het onderweg zijn in de natuur is van belang. Joris denkt er effectief ook zo over, maar heeft alleen soms even een paniekaanval als hij naar zijn kilometerteller ziet, en dan moet ik hem weer kalmeren. Ja … dat kalmeren was wel regelmatig nodig, omdat Joris horendol werd van ruziënde kinderen in de fietskar, meestal was dit tijdens een helling naar boven als hij aan het afzien was.

Als we op ‘macadam’ kwamen, was dit een zaligheid om op te fietsen. Op sommige asfaltwegen vlamden we tegen 40km/u naar beneden, zaaalig!! Joris kwam dan tegen 45km/u voorbij gevlamd, waarbij ik riep “je hebt de kinderen toch vastgemaakt in de fietskar?” Joris riep dan terug: “kheb gezegd dat ze zich goed moesten vasthouden!” En dan moet je weten dat op de handleiding van de fietskar staat dat je max. 25km/u mag rijden. Tja … dat heb ik het laatste jaar leren loslaten, hij zal wel weten wat hij doet zeker? Ik heb toen wel nog teruggeroepen, “ik zet het op onze blog hè!!” Voila bij deze…

We kampeerden op prachtige stille plekjes in het nationaal park, enkel werden we de 3de nacht weggejaagd door een parkwachter omdat je blijkbaar niet mag wildkamperen in het park. Oeps… dit wisten we niet! Niet dat we er ons iets van zouden aantrekken, maar dan zouden we het op zijn minst wel iets geniepiger gedaan hebben en niet vlak naast de fietsroute onze tent opgezet hebben. Ik probeerde de parkwachter nog om te praten met dat ik nergens iets heb zien staan op een bord of gelezen heb in het Engels. En dat we met de 2 kleine kinderen niet nog verder bergop kunnen fietsen, het was al 19u. Hij zei dat hij het niet kon toelaten en dat 5km terug naar beneden fietsen een kampplek is. Dus waar we vandaan kwamen :-( . Hij vraagt nog eens met aandrang om onze tent op te breken en hij zegt al vertrekkend dat hij geen boete geeft deze keer. Ok … we breken onze tent af en pakken alles terug in. Maar omdat we het niet zien zitten om 5 km terug naar beneden te fietsen en morgenvroeg diezelfde weg terug naar boven, slagen we een zijweggetje in, niet ver van de Duitse grens en zetten onze tent verdoken op in het dichtbegroeide bos. Juul was al in slaap gevallen en Janne moest stilletjes zijn want we mochten hier niet staan van ‘die meneer’. We hadden onze sporen (platgereden gras) terug recht gezet, dus normaal zou het niet zo moeten opvallen langs waar we ingereden waren. De volgende ochtend wil Joris op tijd de tent opbreken. Maar twee kleine kids ‘s morgens stil houden is niet gemakkelijk . Omdat het er zo stil is hoor je er ook alles…  Een beetje later horen we een auto passeren op onze zijweg waarvan wij dachten dat deze doodliep. “ohoowh, toch niet terug die parkwachter die op zoek is naar ons?” denken we. We geven de kinderen hun tut en sporen hen aan om stil te zijn. Joris zegt dat hij precies hondengeblaf hoort. “Euh.. . ja lap, als ze met honden ons zoeken dan zijn we er geweest. Maar ze gaan toch geen klopjacht doen met honden op een gezinnetje met 2 kleine kinderen die misschien aan het wildkamperen zijn?!?” Joris gaat nadien checken of die auto in de buurt gestopt is of verder gereden is. Joris komt terug en zegt dat hij niets ziet en we pakken snel al ons gerief in en gaan terug naar de weg. Als ik met Janne op de weg sta hoor ik precies weer een autogeluid en duiken we snel weer in de bosjes … Maar er komt niets meer aan. Juul begrijpt er nog niets van en maakt nog vrolijk irritante geluidjes, Janne beseft het wel en is wel wat bang en volgt ons. “Ik weet niet of dit wel zo pedagogisch verantwoord is om wild te kamperen met jonge kinderen”, zeg ik tegen Joris.  We voelden ons precies in ‘Kamp Waes’ waarbij de vijand ons niet mocht betrappen J. Soit, we waren blij dat we weer op onze fietsroute zaten. Die middag kwamen we een hotelletje tegen waar we bleven lunchen. Hier aten we heerlijk Tsjechisch eten en geraakten we aan de babbel met een Tsjechisch gezinnetje. Ik stelde hen de vraag waar je kon kamperen en zij kwamen met een brochure en app af waar er enkele gratis bivakplaatsen zijn in het Nationaal park. “Aah… zo doen die andere rugzaktrekkers dat.”


De volgende twee nachten slapen we op zo’n bivakplaats. Er is enkel een toilet, verder niets.  Ideaal, het is uiteraard minder mooi dan echt wild kamperen maar met de kids wel iets relaxter. Wij zijn de enige fietsers, voor de rest zijn er telkens een 8 tal tentjes van Tsjechen, die soms nog heel laat aankomen als het al donker is. Wat ons verbaasde is dat er best veel waren die geen tent bij hadden en enkel een tarp (zeiltje) om onder te slapen of gewoon onder de blote hemel, en het is nu niet dat het hier niet regent. Iedere dag hoorden we gedonder en fietsen we onder de donkere wolken, met af en toe een regenbui.

Janne vraagt wel iedere keer of we er mogen staan en als er een auto of brommer (in Oostenrijk zijn we ook eens weggejaagd door een brommer met onze bus;-) komt dan wordt ze bang. “ Hmmm, dat geeft Janne ook geen veilig gevoel natuurlijk, misschien moeten we maar wat voorzichtiger zijn met wat we zeggen tegen haar, het arm schaapje.”

We kwamen tijdens onze tocht superveel fietsers/mountainbikers tegen. Wat we niet wisten is dat het hier blijkbaar het walhalla voor de fietsers in Tsjechië is. Dit omdat je hier superveel fietspaden hebt waar geen auto’s mogen rijden. Ik denk dat wij in die 8 dagen voor 90% van onze fietstijd langs autovrije fietspaden hebben gereden. We zagen er mensen van alle leeftijden, elektrisch of op eigen kracht, mountainbikers met hun kinderen op een fietsstoeltje, … We hebben ongeveer 70% van onze fietstijd op gravelwegen gereden en de rest op asfalt. Dus voor ons voldeed deze eurovelo 13 volledig aan onze behoefte (behalve die paar stijle hellingen dan ;-) ).


We hebben praktisch de hele route de Iron Curtain trail gevolg, en zoals de naam zelf zegt, volgt deze route het voormalige Ijzeren Gordijn. En op verschillende plaatsen hebben ze hier een stukje laten staan. Eigenlijk zot dat dit pas 30 jaar geleden werd opgeheven. Trouwens onderweg kwamen we op een bepaald stuk enkele "leuke" borden tegen dat je daar niet van de weg af mocht omdat er nog niet ontplofte munitie lag. Altijd spannend met loslopende kinderen die soms plots even uit je zicht verdwijnen :-).

We vonden het een prachtig bosrijk gebied om door te fietsen en het was fantastisch om zolang autovrije fietspaden te kunnen volgen, wat eigenlijk uniek is. Hierdoor kon Janne, indien de hellingen het toelieten, ook af en toe fietsen en Juul op zijn loopfiets fietsen. Vooral het laatste stuk fietsten we langs het Schwarzenberskykanal. Dit is een kanaaltje van 1m breed dat ze eind 17de eeuw gegraven hadden in de bergen om goedkoop brandhout naar de grote steden te vervoeren. Dit kanaal hebben we voor ongeveer 30km gevolgd, eindelijk vlak fietsen.  Van daaruit zijn we naar het meer Lipno gereden, en de rest van de dag aan het meer gezeten, het was toch veel te warm om te fietsen die dag. En aan het mooie strandje hebben we (wild) gekampeerd. Na 8 dagen en een dikke 150km verder, en tussen de 200 en 600 hoogtemeters per dag, nemen we een veerboot naar het stadje Horni Plana waar we nog eens op een camping gaan staan. Joris rijdt de volgende dag via de route 33 die we oorspronkelijke zouden volgen terug naar Zelezna Ruda, waar ons busje staat. Na 110km en 1500 positieve hoogtemeters staat Joris tegen de middag terug aan onze bus. Hij was die ochtend vroeg opgestaan en is met de fiets in het schemerlicht en de mist vertrokken. Joris zei dat hij hier enorm van had genoten om gewoon even te kunnen doorfietsen. De eerste 2 uren al fietsend door de mist met de opkomende zon was fantastisch, zei hij. Hij heeft hier o.a. een vos en enkele reetjes gezien. Toen hij terug op de camping was, kreeg ik te horen dat we een goede keuze gemaakt hadden om niet deze route 33 te nemen. Desondanks de mooie stukken, loopt route 33 regelmatig langs wegen waar er wel wat verkeer is waardoor je beleving toch helemaal anders is. We hebben dus (voor ons) de goede keuze gemaakt!



























woensdag 12 augustus 2020

Huttentocht Oostenrijk

 

We hebben net een rustig weekje met mijn schoonbroer en zijn gezin in de Vogezen achter de rug.

We keken er naar uit om onze allereerste huttentocht in de buurt van Kleinarl in Oostenrijk te maken. Voor het kindertijdperk deden we altijd trekkings met de tent, wat we zalig vonden. Maar nu met kinderen, kunnen we dat spijtig genoeg allemaal niet meer dragen.

We zochten ter plaatse hutten die max 3uur wandelen van elkaar liggen (+- 5-6km) en die we nog plaats hadden. Wat meteen al voor frustraties zorgt, want door de aanpassingen om te voldoen aan de “veilige” afstanden mbt Covid 19 hebben alle hutten minder slaapplaatsen en zijn er dus veel hutten volzet. En vermits we met zoveel factoren moeten rekening houden omdat we met onze kroost gaan wandelen , is het niet simpel : korte afstand tussen de hutten, goed weer, relatief gemakkelijke paden (in hoeverre we dat kunnen voorspellen), en uiteraard dus slaapplek in de hutten wat nog het moeilijkste is. Uiteindelijk vond Joris na veel telefoontjes in het Duits twee hutten waar we mochten overnachten, 1 overnachting in een tent van deTappenkarsee hut (hut was volzet en eigen tent mag niet), en de 2de nacht in een lager (slaapzaal) in de Franz Fischer hut. De Jakoberalm is spijtig genoeg gesloten wegens de Covid 19, waardoor de huttentocht ingekort werd tot 3 dagen.



We reden naar Konigsalm (een boerderij waar je kan eten en slapen) in Riedingtal, dit is op een doodlopende weg in een dal. We vroegen daar aan de vriendelijke eigenares of we op haar grond in onze bus mogen overnachten en deze mogen laten staan tijdens onze trekking. “Geen probleem”, kregen we te horen. Joepie! We zaten daar in een super mooie omgeving, enkel de generator van de boerderij zorgde voor wat geluidshinder, maar het gaf me een nostalgisch gevoel van in mijn kinderjaren in Ardennen.

De volgende dag vertrokken we naar de Tappenkarseehut. Joris droeg Juul in de draagrugzak samen met enkele kledingstukken, het middageten,water, babyfoon, koekjes en snoepjes (onze trukkendoos om Janne aan te moedigen om te wandelen) en natuurlijk het zwaarste gewicht Juul: in totaal +-19kg. Ik zelf droeg mijn splinternieuwe ultralight-rugzak(800gr) met de slaapzakken, reserve- en regenkleding, water, pampers en  flesje Juul:totaal  +-12kg. En Janne… die droeg haar eigen rugzakje met camelbag (1l gevuld), fleece, regenjas en 4 speelgoedautootjes: totaal 1,5 a 2 kg.

We stegen iedere dag ongeveer 450 tot 600 hoogtemeters en daalden opnieuw 400 tot 700 hoogtemeters. Toen we nog maar net vertrokken waren, was het best een sterke klim voor Janne. Ze kon moeilijk zelf naar boven wandelen en had continue mijn hand nodig. Hierdoor gingen we echt heel traag vooruit, nadien werd het pad gelukkig beter. Maar toch struikelde Janne regelmatig. Ik hield ze continue in het oog en hield haar rugzakje vast als het een moeilijkere passage werd.  Eén keer struikelde ze, toen ik net even niet oplette en viel ze naast het padje waar het juist erg stijl was. Gelukkig vingen de struiken haar op en had ik ze nog net vast gegrabbeld aan haar rugzakje. Janne was erg geschrokken en weende, maar ze had zich geen pijn gedaan, zei ze. Ik riep boos naar Joris, “Zie je wel, ik heb het nog gezegd, we moeten haar vastbinden met touw voor dat ze beneden ligt!”

En ja zo gezegd, zo gedaan. De rest van de dagen liep Janne met een touw rond haar middel  gebonden. En Janne vroeg zelf op de gevaarlijkere stukjes, “heb jij mijn touw vast mama?” of op de gemakkelijkere stukken “ dit kan ik zelf wel hoor!”


De afdaling naar de hut ging al veel gemakkelijker voor Janne en soms liep ze over het padje. Ja … Janne had het duidelijk naar haar zin hier in de bergen, ze was de hele dag aan het tateren over wat ze doet: “ik zet mijn voetje hier en dan zo naar daar”, “mama voorzichtig hier voor die steen dat je je geen pijn doet”, … En als ze niet babbelde was ze aan het zingen over de koeienbellen die ding-dong doen, of over handjes ontsmetten, …  Ze heeft ook continue de aandacht van mij, en dat is voor haar het belangrijkste. Voor mij was dat soms wel  vermoeiend, geen seconde stilte en continue aandacht geven en met veel geduld een slentergangetje van op de  ‘Meir’ ;-).  En Joris, zoals jullie hem wel kennen, is continue foto’s aan het trekken, van achter naar voor aan het lopen met Juul op zijn rug. Ik had hem gezegd dat hij zoveel foto’s mag trekken als hij wil, maar dat ik niet continue wil stoppen hiervoor. Want met een 4 jarige wandelen en een fototrekkende Joris, geraak je anders geen meter vooruit ;-). En hij heeft dat goed gedaan.


Af en toe wisselden we in taak en nam Joris Janne letterlijk en figuurlijk op sleeptouw en kon ik even alleen wandelen en foto’s trekken. Dat deed ook wel deugd.


Vlak voordat we aankwamen aan de Tappenkarseehut moesten we een grotere maar niet gevaarlijke rivier oversteken waarbij we onze schoenen moesten uit doen. Janne wou hem erg graag zelf oversteken. We deden onze schoenen uit, onze crocs aan en ik verwittig Janne dat het heel heel heel koud water kan zijn, maar dat ze gewoon moet blijven doorstappen tot aan de overkant. Janne knikt instemmend en zegt zachtjes “ik vind het spannend” en grinnikt wat verlegen. Ik check nog bij Joris die inmiddels al overgewandeld is,  waar ik best kan doorgaan en we vertrekken. Janne stapt flink door het kniehoge water voor haar en bengelt soms aan mijn arm als ik haar wat omhoog wil houden. Oef … dat was goed gelukt, Janne heeft geen kik gegeven en heeft de koude precies niet gevoeld, want het was echt wel ijskoud. Ze heeft het super goed gedaan.


Aangekomen in de hut zien we een tentje schuin staan waarbij de voortent niet vastgemaakt werd omdat het daar te stijl naar beneden gaat, met vlak eronder een prikkeldraad, en dat is de ingang van de tent… hmmm niet zo kindvriendelijk om in te stappen precies. We laten het even voor wat het is en gaan op het terras genieten van een drankje en de luxe van de hut. We eten hier een lekkere maaltijd en maken de tent slaapklaar. ’s Avonds genieten Joris en ik nog van een lekker thee’tje met de babyfoon in de hut.

’s Morgens staan Joris en ik geradbraakt op. Ik heb het gevoel dat ik max 2 uur geslapen heb. De echt heel dunne matjes, schuin aflopende helling en bulten zorgde voor een miserabele nacht. De kinderen hebben er geen last van gehad denk ik.Na het ontbijt vertrekken we naar de volgende hut, de Franz Fisherhut. Ik verheug me al op het bed vanavond, want daar was wel plek in de hut.

We steken opnieuw de rivier over en stijgen eerst een steile 450 hm met  vervolgens een daling langs een super mooi landschap. We wandelen langs erg mooie bergmeertjes , waar we een zwemmetje in wagen. Alléé voor zover je dat zwemmen kan noemen, want het is echt ijskoud. Janne vindt het ook geweldig om wat te spletsen in de meertjes. Tijdens onze pauzes amuseren de kinderen zich met het rondlopen naar boven en naar beneden, op stenen klimmen, bloemetjes plukken en stenen gooien in de meertjes. Zo heeft Juul één keer per ongeluk een zwemmetje gedaan in een ijskoud bergmeertje... Hij was op ekele meters van ons steentjes en bloemetjes in het water aan het gooien, Joris hoorde ineens een plons en we zagen Juul niet meer staan. Gelukkig was het ondiep en lag hij op zijn buik in het water zich naar boven duwend te wenen. Het was 25°C , dus hij kon snel weer opwarmen en droge kleren aandoen.


Bij de Franz Fisherhut aangekomen, zijn we verbaasd over de mooie moderne houten hut met haar prachtig uitzicht op de bergen. Een hut met super lekker vegetarisch eten en ontbijtbuffet. Zaaalig!

Omdat we een lager hadden gereserveerd, sliepen we in  een soort gang, maar hadden ze tussen 4 stapelbedden telkens een houten paneel gezet  tegen corona. ’s Avonds ging iedereen al om 21u naar zijn bed, dus het werd snel rustig in de hut. Normaal zijn wij altijd één van de eersten die gaan slapen en nu sloten wij de kroeg om 21.30u. 

Ik heb goed geslapen, maar Joris slaapt erg licht en wordt voor het minste wakker, dus niet ideaal in een slaapzaal met een snurker en mensen die naar het toilet gaan. Janne en Juul vonden de hut ook geweldig, ze mochten telkens een stempel zetten op hun kaart omdat ze zo goed gewandeld hadden, alléé Janne dan toch. Want dat mag echt wel gezegd worden, Janne heeft SUPER goed gewandeld. Ze heeft  3 dagen  alles gewandeld in de bergen, waar het altijd stijgen of dalen was, en dat zonder zeuren. Proficiat Janneke, een echte berggeit in wording!


Spijtig dat de alm gesloten was, dat we niet wat langer in de bergen konden zijn. Want we hebben er echt van genoten om nog eens terug in de natuur en de bergen te vertoeven voor meerdere dagen aan één stuk. Zelfs met kinderen heb ik ook af en toe van de echte stilte kunnen genieten  en Janne hier in meegenomen. Ik vond het ook wel leuk om de kinderen te zien spelen zonder speelgoed, maar enkel met wat er in de natuur te vinden was. Ze vinden hun eigen spel wel uit, daar is niet veel voor nodig. En zoals we al eerder zeiden, voelen we ons helemaal anders als we meerdere dagen onderweg zijn in de natuur. Het is een speciaal gevoel, maar ik zal het proberen uit te leggen. Zowel Joris als ik krijgen een intens gevoel als we actief reizen in de natuur voor meerdere dagen na elkaar. Als we dan na afloop terug beneden komen tussen de dagtoeristen, voelen we ons gelukkiger dan voordien en. Dit klinkt heel raar, al zeg ik het zelf, maar er is voor ons gevoelsmatig echt een groot verschil tussen dagwandelingen maken in de bergen/natuur of meerdaagse trekkings. We krijgen er een veel groter voldoening door. Ik denk dat je beiden moet gedaan hebben om dit gevoel ook te kunnen ervaren. Je bent niet meer de gewone toerist dan, je bent eerder ‘onderweg'.

’.

 

- Telkens als we een trekking doen met de ezel of nu de huttentocht, dan zijn we het nadien gewoon vergeten dat er Corona is. Joris was de eerste keer in de hut binnengegaan met een mondmasker en iedereen keek hem aan als ‘wa hebde gij nu aan?’

- De kinderen waren wel echt moe, we moesten ze iedere ochtend om 7u wakker maken, en Juul had gigantische wallen, precies of hij had nachtje door gedaan J. Het is ook precies moeilijk om op reis Juul nog middagdutjes te laten doen in de rugzak of in de auto. Er is teveel afleiding waardoor hij niet in slaap kan vallen.

 

Impulsief boulderen...

Na onze huttentocht kwamen we even in een dipje omdat we ons een beetje doelloos voelden. We hadden geen echte planning meer en wisten niet goed waar we best naartoe konden rijden. Overal was het precies te warm om iets actiefs te doen en continu aan een meer zitten daar worden de Vuylsteekskes niet gelukkig evan :-). 

We wilden eigenlijk graag fietsen in Slowakije, maar omdat we door het hele Covid 19 gestopt zijn met plannen, hebben we niet veel meer op voorhand opgezocht. Momenteel is het daar echt te warm. De koelere bergen zijn niet ideaal om te fietsen door de steile beklimmingen die met een overvolle fietskar en zagende kinderen niet zo uitnodigend lijken. Joris zag vervolgens op Instagram een foto passeren van een vriend die wat verderop aan het boulderen was in Oostenrijk. En ja, dan zijn we impulsief 3u die richting uitgereden om dus eerst te gaan boulderen. Na een deugddoende nachtrust herinnerde Joris dat hij 2jaar geleden een leuke fietstrekkingsroute had opgezocht in Tsjechië. We hebben deze opnieuw opgezocht en beslist dat dit wel een tof idee zou zijn.

 

Eigenlijk is het al de 3e keer dit verlof dat we toevallig vrienden tegenkomen in Oostenrijk. Het lijkt wel dat alle Belgen in Oostenrijk zitten.

Het bouldergebied Mandler’s Boden…  Is gelegen in een bos met rotsen dat overgroeid is met mos. Het lijkt wel wat sprookjesachtig.  Het is niet zo groot, weinig volk, een koelere plek om nu te vertoeven in de hitte en een gezellige klim/babbel met Bart en zijn gezin. Ideaal dus!


Wij blijven hier slechts 2 dagen, want we merken dat het boulderen met de kinderen eigenlijk superveel energie vraagt. Juul is precies continue aan het zagen voor vanalles en niks, en Janne kan er ook wat van. Dus echt relaxed is het niet voor ons.




Vanavond rijden we verder naar het Nationaal Park Sumava in Tsjechië.

zondag 2 augustus 2020

5 dagen Kebab...




Oef, even rust. Joris is een wandelingetje gaan maken met Janne en Juul zodat ik een tekstje kon schrijven voor onze blog. We merken dat we hier echt bewust tijd voor moeten inplannen, want anders komt het er niet van met de kinderen. Dus niet enkel thuis maar ook op vakantie zijn de rustige momenten schaars.  ;-)




Het lijkt wel alsof alle insecten rondom mij ook genieten van de rust, want ze beginnen massaal te zoemen, tsjirpen, …   Zaaalig!!! Van deze rust hebben we ook wel genoten afgelopen dagen tijdens onze ezeltocht. ’s Avonds als de kinderen in de tent sliepen genoten we van de stilte en alle natuurgeluiden van de krekels, bijtjes, vogeltjes, de zachte wind door de bomen en Kebab die op de achtergrond graasde. Kebab???? Wie is dat? Denk je waarschijnlijk nu.

Wel… we zijn dus in de Jura (Frankrijk) 5 dagen een ezeltje (Kebab genaamd) gaan huren zodat we terug het gevoel van vroeger kunnen beleven. Gewoon één zijn met de natuur en het simpele leven, eten, wandelen, en slapen. Alléé … uiteraard weet iedereen dat dit ‘simpele leven’ met kleine kinderen iets minder ’simpel’ verloopt. En dat hebben we ook wel gemerkt aan: wenende kinderen voor iets en niets, kinderen die niet willen eten of enkel gevoederd willen worden, Juul die vanuit zijn luxedraagrugzak in Joris zijn oor de hele tijd zaagde voor koekjes/ water of voor wat dan ook, een gevecht voor wie er eerst van de camelbag mag drinken, enz. Niets bijzonders, een beetje hetzelfde zoals thuis ;-) .


Maar al bij al deden de kinderen het super en hebben we er allemaal  heel erg van genoten. Janne en Juul vinden Kebab de max. Janne helpt graag mee met eten geven, borstelen en paaltjes zetten. En ze zit ook graag op kebab als ze geen zin heeft om te wandelen. Dan roept ze enthousiast vanop haar troon wat ze allemaal ziet en waar de gele streepjes zijn die we moeten volgen. En Kebab, de lieve sloeber vond alles goed. Het was een heel lieve ezel en heeft onze bagage zonder zagen gedragen. Dankjewel Kebab. Juul daarentegen was nog wat onder de indruk van grote Kebab en durfde er niet op te gaan zitten. Hij zit liever op zijn veilige troon op ‘ezel papa’ ;-). En papa was soms ook blij dat Juul even zelf wou stappen.


Voor de getallen freaks: Kebab droeg bij de start incl water en zijn eigen materiaal/eten en ons gerief/eten ongeveer 30kg + Janne (+/- 16kg). Ezel papa droeg ongeveer 18kg incl Juul. Ik droeg ongeveer 9kg.


We wandelden echt langs een super mooi en stil gebied. Zelfs als we eens langs straten wandelden, zagen we amper een auto. Iedere avond bivakkeerden we ergens op een mooie plek omringd door de natuur. ’ s Avonds bij het toekomen moesten we eerst Kebab verzorgen: bagage afladen, borstelen, hoeven proper maken, korrels eten geven, zalf op eventuele wondjes smeren en een wei afmaken. Dit houdt in enkele paaltjes zetten, draad en ‘een bakske met stroom’ op batterijen bevestigen zodat onze Kebab niet op eigen houtje naar huis zou gaan.


Zoals ik al eerder vertelde, verliep het eten met onze kieskeurige kinderen iets minder vlot (je kan ze dan ook niet in een kinderstoel vastsnoeren natuurlijk;-)). En soms bestond onze avondactiviteit uit het zoeken naar de autootjes die ze ergens in het gras hadden gelegd (2 minuten ervoor hadden we ze hiervoor nog gewaarschuwd, met als gevolg een bleit-scène, dus iedereen zoeken maar).  Maar het slapengaan ging SUPER!!! We legden ze in de tent in hun slaapzak, zeiden ‘slaapwel’ en gingen naar buiten en lieten de kids in een nog lichte tent achter. En wonder boven wonder vielen ze rustig in slaap. Nee … geen zotdoenerij of getrek aan ritsen of wat dan ook. Zaaaalig!!! Als ik zelf eens mee wou gaan liggen in de tent omdat ik moe was, zei Janne zelfs ‘mama, ga jij nu naar buiten?’ Ik denk dat onze kinderen gemaakt zijn om te gaan trekken.


Ja, het was een geweldige ervaring. Een ezeltje huren zouden we echt aan iedereen aanraden, mits je over deftige kaartlees-skills beschikt, want dat was wel echt nodig. Er waren vaak echt kleine bijna overgroeide paadjes en ook veel meer boswegen dan er op de kaart stonden, dus soms was het moeilijk om de weg te vinden.  En zoals ik al eerder vertelde, konden we door Kebab opnieuw wat afstand afleggen met de kinderen zonder zelf te bezwijken onder de kilo’s gerief. Gemiddeld wandelden we 10km per dag, wat wel genoeg was voor ons om de trekking nog als comfortabel te ervaren. Janne wandelde daarvan gemiddeld een 4km zelf. Ze heeft dat echt super goed gedaan, al zingend met haar rugzakje.







 

Na afloop van onze ezeltocht, werd Janne 4 jaar en hebben we dit gevierd met pannenkoeken als ontbijt, een dansfeestje met oa. Frozen en Plopmuziek midden in het bos (corona regels werden dus niet overtreden), zwemmen in een meertje, taart eten en pizza gaan eten. Een topdag voor Janne. Enkel hebben Joris en ik beiden diarree … ofwel is dit van het water, de pizza of de vervallen pannenkoekenbeslag. We hadden thuis nog 4 gevriesdroogde maaltijden liggen, waaronder pannenkoeken en bonenmaaltijden. Blijkbaar is het al zolang geleden dat we nog eens een trekking gedaan hadden, want deze waren al 4 jaar vervallen. Maar we vonden het zonde om het weg te gooien. En gevriesdroogd eten … wat kan daar nu mis mee gaan ?  zei Joris. Ik moet wel bekennen, het proefde inderdaad wat minder lekker, en er werden veel stinkende scheten gelaten, maar kan ook van de bonen zijn,hè. Ik zie jullie al denken ‘ daarom dat jullie kinderen niet wilden eten”, maar nee hoor, voor hen hadden we ander eten bij J.

Om af te sluiten nog een paar leuke anekdotes:

- Als Janne koeienbellen hoorden in de bergen, riep ze enthousiast: “ Ooh, de paasklokken!!!”

- Tijdens het avondeten (de vervallen maaltijd met de bonen) vroeg Janne: “ Mama, wat ben jij aan het eten? Is dat kaka?”

- Janne: “ Mama, jij bent stinkiewinkie! Jouw sjaal ruikt naar kaka!”

Mooie complimenten dat ik gekregen heb van mijn dochter. J Maar dat compenseerde ze ruimschoots met “ jij bent mijn beste vriendin” en “I love you”.

De volgende dagen gaan we ‘den toerist uithangen’ en nemen we wat de tijd om bij te rusten. Ik voel wel dat dit nodig is voor mij en ook voor Juul, die zegt iedere ochtend dat hij moe is en nog wil slapen. Het manneke heeft afgelopen dagen weinig middagdutjes gedaan. De middagdutjes verlopen ook wel iets stroever dan ’s avonds. Af en toe viel hij in de draagrugzak wel in slaap tijdens het wandelen, maar nadien heb ik een poging gedaan om samen in de hangmat te slapen. Dit werd 3 kwartier dolle pret – voor Juul dan, niet voor mij.

 De volgende dag een poging in ons busje, na 20 min. Van het bedje van Janne naar zijn bedje gewisseld, en het nodige gestamp in zijn bedje (de hele bus bewoog continue, als er een passant zou geweest zijn, dacht die waarschijnlijk aan iets anders) is hij uiteindelijk in slaap gevallen. Mission accomplished!

We gaan nu nog even rondtoeren in de Jura om dan terug even wat noordelijker te gaan naar de Vogezen waardat we met Joris zijn broer en gezin voor een weekje een huisje gehuurd hebben.