zondag 21 augustus 2022

Meerdaagse kanotocht in Zweden

Ons plan was om 5 tot 10 dagen een kanotocht te maken in de kleine meertjes van het Rogen natuur reservaat. We wisten totaal niet hoelang we onderweg gingen zijn met onze 2 pagadders, want er kwamen verschillende vragen oprijzen. Hoe lang willen ze stilzitten in de kano? Hoe gaan de 'portages' verlopen? Zullen we noodgedwongen op eenzelfde plek moeten blijven bij te veel wind, waardoor het dus te gevaarlijk kan worden met de golven. Enzovoorts …

Ik zocht uit onzekerheid op het internet naar extra informatie over dit gebied. En zo kwam ik op een website waar ze verschillende meerdaagse kanotochten aanboden met o.a. het Rogen merengebied. Wat ik daar las was al niet meteen geruststellend. Ze raadden deze tocht aan voor gezinnen met kinderen vanaf 10 jaar. Euh … Janne is 6 jaar en Juul 4 jaar, 2 kleuters die eigenlijk nog niet kunnen zwemmen. En ze spraken ook over zware 'portages'. Dit zijn de plaatsen tussen de meertjes waar je niet kan varen, en je kano dus over het land moet dragen via een paadje. En oh ja … het is een desolaat gebied! Je bent dus echt enkel op jezelf aangewezen met kaart en kompas. Er zijn geen huizen voor hulp en er is weinig tot geen 4G of GSM ontvangst. Het is zo'n desolaat gebied dat er zelfs nog muskusossen, elanden, lynxen en zelfs beren wonen. Oké, dat laatste zullen we maar niet vertellen tegen Janne en Juul, want dan gaan ze bang worden.

Hmmm, echt gerustgesteld was ik niet. Vooral omdat ik ook nog ergens in mijn achterhoofd een trauma'tje heb opgelopen van 15jaar geleden in Alaska. Daar was ik in een wild water gletsjerrivier (klasse 4-5) gesukkeld, nadat onze opblaasbare kano omgekanteld was.

Uiteindelijk kon ik het allemaal wel wat meer loslaten en kwamen we aan op ons startpunt in Karingsjön. De Zweed waar ik nog een kaart kocht en ons plan tegen vertelde, keek toch al niet raar op. Dat stelde me op mijn gemak.


Normaal hadden we eerst nog enkele rustdagen ingepland. Maar omdat de weersvoorspellingen van de komende week uitstekend waren, beslisten we om al meteen te vertrekken. En dan zouden we nadien onze rustdagen wel nemen.

Dag 1: De tranen stonden in mijn ogen.

Heel toevallig doordat ik de vorige avond iets gaan vragen was aan een groepje Vlamingen en Nederlanders, viel 'mijnen frank' nogal laat. Ik ben nogal slecht in mensen herkennen en namen onthouden. Ik dacht “Ik herken die vrouw precies van ergens, ze lijkt ook een beetje op een nicht van Joris. En dan, aja … ze lijkt op die vrouw van WeLeaf, maar ze zal het wel niet zijn, want dat zou wel heel toevallig zijn.” WeLeaf is een Belgisch/Nederlands koppel dat al 4jaar rond reist “op eigen kracht”, zo noemt ook hun boek dat ze onlangs uitbrachten. Joris volgt hen (Olivier & Zoë) al lange tijd via Instagram en had toen nog fietstassen gewonnen van hen. Ik was het natuurlijk vergeten te vertellen aan Joris en dacht er pas aan toen we in bed lagen. “Aja, ik heb daarstraks iemand gezien die op die vrouw van WeLeaf lijkt.” “En dat zeg je nu pas? Die starten deze periode ergens met een dropping in Zweden, dus dat zullen ze wel zijn.” zei Joris een beetje teleurgesteld.

Die ochtend ging Joris toch eens checken, en ja … het waren ze. Hij had een aangenaam gesprek met hen. We werden zelfs uitgenodigd in Noorwegen, als ze er in de toekomst een huisje zouden kopen. Misschien dat we er wel eens passeren als we beslissen om volgend jaar terug naar Scandinavië op reis te gaan.


Ondertussen pakten we alles in om te vertrekken voor een tocht met 10 dagen eten. Beter wat extra eten meenemen … je weet maar nooit. 'Ally' onze vouwkano zetten we in een half uurtje op. Ik dacht, we hebben hier iets speciaals bij wat ze hier niet vaak zien. Al snel werd duidelijk dat dit niet waar was. Je ziet hier overal Ally's, meestal wel een maatje kleiner, maar blijkbaar is het een Noors merk.

De kinderen vonden het super spannend en konden niet wachten om te vertrekken met 'Ally'. Ik denk dat ze ook niet echt wisten wat ze moesten verwachten. Ally zag er wel kleiner uit dan Janne verwachte. Uiteindelijk kunnen we na onze lunch vertrekken vol enthousiasme onder een prachtig zonnetje.

We waren verbaasd dat we best wel snel vaarden met Ally. Totdat we de eerste portage tegenkwamen. Ik dacht eerst dat we via het smalle riviertje onze Ally konden vooruit trekken naar het volgende meer. Maar al snel bleek dit niet mogelijk door de vele rotsen in een ondiep stroompje en door omgevallen bomen. Ik besefte dat al die kleine stroompjes op de kaart dus 'portages' zullen worden. Oké, dat hoort bij het avontuur, dacht ik. Het maakt niet uit hoeveel kilometers we varen, het gaat om het onderweg zijn. Dat zeggen ze toch ook vaak over het leven, bedenk ik me nu ineens. Hmmm, misschien is dat ineens een wijze raad voor mezelf.


De eerste 'portage' werd meteen één van de langste … één van bijna 500 m lang. Langs een smal paadje begonnen we te zeulen met onze Ally, die samen met nog wat extra materiaal toch al snel rond de 26 à 28kg woog. En ja … het werd echt een 'gesleur' met een kano die iedere stap in de weg van je benen zit. Wat een onhandig ding! Konden ze daar nu echt niets beter op vinden? Iedere 20 meter moest ik stoppen om van kant te wisselen. De metalen stang sneed in mijn hand en deed echt pijn. En al snel werd om de 20 meter stoppen, eerder om de 10 meter stoppen. Joris begon opmerkingen te geven dat dat wel heel kort was, en dat het zo wel erg lang zou duren. Ik nam het persoonlijk op en snauwde geïrriteerd terug “Ja en als je blijft zagen, dan gaat het nog langer duren! Dat hoort erbij, dat wisten we! Bereid je maar voor dat het laaang gaat duren!” De tranen stonden in mijn ogen. Ik voelde me eigenlijk wel lastig dat het door mij kwam, dat we er zo lang over deden. Als we bij het volgende meertje aankwamen, zei Joris bemoedigend “De volgende portages zijn wel korter en neem gerust je tijd, je hebt gelijk.” En inderdaad … de volgende portage was korter en ik begon ook oplossingen te zoeken zodat ze wat vlotter konden verlopen. Met handschoenen aan en een extra touw over mijn schouder waar ik nog een zachte muts onder stak, maakte dat het gewicht wat verdeeld geraakte over mijn schouder én mijn hand. Echt handig was het nog niet, maar het werd toch al iets aangenamer en vooral minder pijnlijk. En Joris … die had daar natuurlijk allemaal weer geen last van.


Droonie mocht ook nog eens uitvliegen. Zijn eerste vlucht boven water na zijn laatste zwemavontuur. Ik kan wel zeggen dat hij voor de nodige stress zorgde. Gaat hij het goed doen? Gaat hij luisteren naar de commando's? Hoe gaat de batterij het doen? … Joris liet hem vanuit de kano opstijgen. En vooral bij Joris, maar ook bij ons gierden de stresshormonen door ons lijf. Zijn laatste crash stond nog vers in ons geheugen gegrift. Onder de juiste aanmoediging van de kinderen “Goed luisteren hè Droonie”, deed Droonie het perfect. Na de nodige beelden wou Joris hem terug brengen naar Ally, maar landen op onze bagage is niet zo gemakkelijk. Want wij staan natuurlijk ook niet stil op het water. Dus het plan was dat ik met Ally naar Droonie stuurde, recht ging staan en Droonie langs onderen vast nam (snel genoeg, want anders gaat hij vanuit zichzelf naar boven omdat hij denkt dat hij bij de grond is) en dan supersnel hem ondersteboven draaien, zodat hij uitvalt. Zo gezegd, zo gedaan! Ik sta recht in Ally en grabbel Droonie stevig vast zodat ik hem zeker niet per ongeluk zou loslaten. Mijn vingers komen net te hoog waardoor ze tussen de propellers geraken. Auwww!!! En ik draai hem snel ondersteboven. Oef! Dat was goed gelukt. Mijn vingers beginnen een beetje later te tintelen en pijn te doen, maar oké … dat is niet het ergste. Het belangrijkste is dat Droonie veilig terug is.


De kinderen waren de eerste dag verrassend rustig. Ze waren aan het rondkijken en Juul die hing in zijn stoeltje achterover, net of hij een zware avond achter de rug had en in zijn zetel naar een filmpje keek. Maar naar het einde toe kreeg Juul er genoeg van. Hij had honger en het was saai … en dan kwamen de tranen bij Juul.

Uiteindelijk vonden we een geschikte kampplek. Ik was blij dat we makkelijk een goede kampplek vonden want ik was van onze eerste kanodag best wel moe geworden.


Dag 2: Pffff... Droonie, Droonie toch!!!

De tweede dag was het opnieuw prachtig weer. Ik zag van de andere kanovaarders een betere draagtechniek af gedurende de portages. De achterste drager hield de kano niet bij de metalen stang vast zoals ik deed, maar hij hield hem onder de boeg van de kano vast met 2 handen. Oké … dit ging al veeeeel gemakkelijker en ik heb tenminste geen pijn meer aan mijn handen.


Het was hier zo'n prachtige omgeving. Het werd windstil zodat het meer een echte spiegel werd en het water er net uit zag als een zijden deken. Ik voelde dan altijd de drang om het water aan te raken, zooo mooi. Daar kon ik echt van genieten. En op zo'n moment mocht Droonie nog eens uitvliegen. Er was wel één 'lastigheidje', de batterij laadde niet meer goed op. Soms laadde hij voor even op en soms helemaal niet. Dus zijn vliegtijd was al beperkt. Nadat Droonie enkele prachtige beelden maakte, stond er op de afstandsbediening dat Droonie nog 8 minuten vliegtijd had. Plots begon hij zonder waarschuwing ineens te zeggen 'returning to home', waar hij dan wou landen. En 'home' betekent de plek waar hij opgestegen was. Maar in dit geval is dit een 'NO GO', want hij was opgestegen in de kano ergens op het meer en ondertussen zijn wij natuurlijk niet meer op diezelfde plek. In paniek kan Joris nog net op tijd dit commando annuleren en hem naar ons terug laten vliegen, waar hij hem vanuit de kano uit de lucht plukt en snel ondersteboven houdt. “Pfffff … droonie, droonie toch … Wat doe je ons toch aan?”

Droonie zal waarschijnlijk denken “Ze haalden mij toch niet terug als ik piepte, dus dan piep ik maar niet meer en ga gewoon zelf naar huis.” Joris zijn handen trilden van de spanning. Ik denk dat ze met twee zijn die een trauma'ke hebben opgelopen. We hadden dus een Drone met kuren en één ding was zeker. Droonie zal de komende week nog voor de nodige stress zorgen, omdat we opnieuw op het water zaten. Zelfs voor onze kinderen “Ik ben bang dat Droonie terug in het water gaat vallen.” zei Janne.


De kinderen waren over het algemeen wel flink geweest. Tijdens het varen hadden ze een nieuw spelletje ontdekt. Ze gingen 'peddelvissen'. Het was dus 'een goeie zet' van ons, dat we hun peddels met touw hadden bevestigd aan Ally. Ze lieten hun peddel telkens los en viste hem dan weer op door aan het touw te trekken. En plezier dat ze hadden! Dat is wel leuk om te zien, dan geniet je als ouder hier mee van. We gaven ze nog regelmatig een koekje of een snoepje en tijdens de portages wandelden ze mee als wij Ally droegen. En bij lange portages bleef ik bij de kinderen en droeg Joris eerst in 2 keer al onze bagage naar de andere kant om dan samen Ally te dragen.

We hadden ons voorgenomen om die dag wat vroeger te stoppen, maar om de één of andere reden lukte dit weer niet. Hierdoor eindigde onze tocht opnieuw met gezeur van Juul die het saai vond.

Eens we een mooie kampplek vonden, probeerden we met succes de positieve vibes terug te brengen door een plonsje in het water, en achteraf wat worstjes te grillen boven het kampvuur.


Als we aan land waren, dan speelden Janne en Juul zo mooi met enkele mini speelgoedjes die we bij hadden, maar ook vooral met wat ze vonden in de natuur. Als je dat ziet, dan maakt dat je zooo gelukkig als ouder. Want dan krijg je nog maar eens de bevestiging dat die hele commerciële speelgoedwereld overbodig is en dat die kleine hoofdjes bruisen van de fantasie. En dat is iets wat tijdens al onze kleine wildernisbelevingen heel erg aangewakkerd werd. Ze maakten van een losse boomstronk een vulkaan in Afrika en strooide er in hun fantasie lava over met geel zand. Ze maakten een indianentent met houten takken, maakten dierentuinen, bruggen, gevangenissen en lieten hun fantasie de vrije loop gaan. Ondertussen was ik even aan het rusten in de tent. Ik hoorde hen spelen en genoot ervan om ze van op een afstandje bezig te horen.

Ze vielen die avond wel voor de 2de dag op een rij moeilijk in slaap. Ik dacht dat ze misschien niet moe genoeg waren van in de kano te zitten. Zij deden ten slotte niet veel. En omdat onze vaardagen iets te lang waren, was er ook minder speeltijd voor hen. Dus we namen ons voor de tweede keer voor, om de volgende dagen echt ten allerlaatste om 15u aan te komen bij een kampplek. Zodat zij meer konden spelen en ik meer tijd had om even te rusten.

Dag 3: Een eiland dat groot genoeg is om verloren te lopen.

We genoten van de stilte tijdens deze dagen. Joris zei “Het is hier zo stil dat je je bloed zelfs hoort stromen in je lichaam”. En als Joris dat al zegt met een tinnitus en zijn toch wel 'mindere gehoor', dan begrijp je dat het hier écht wel stil is. Je hoort een geluid al van ver aankomen en het deint nog lang uit vooraleer het weer verdwijnt in de stilte. Het lijkt net alsof de stilte het geluid draagt …

Dus het gespeel, geroep en geween van onze kids zal hier ook wel regelmatig ver dragen. Niet moeilijk dat we geen elanden, beren of muskusossen zien.

En zoals iedere dag verbaasden we ons telkens opnieuw over het feit dat onze kids zoveel fun beleefden in hun spel. Ze speelden hier zo veel beter samen, dan thuis. Thuis is er 100 keer zoveel speelgoed, maar was er ook zoveel keer meer geruzie. We zullen er maar vanuit gaan dat dit samenspelen zich verder zet als we thuis zijn. En anders zit er maar één ding op en dat is al dat speelgoed wegdoen, hè ;-). Joris en ik genoten in ieder geval van de tijd die hierdoor vrij kwam. Het was onze eerste vakantie dat we samen ons “kampement” konden opbouwen en afbreken, eten klaarmaken, even rustig zitten, enz. zonder dat we ondertussen ook nog eens met de kids moesten bezig zijn. Want dat was voordien steeds zo en dat maakte het zooo vermoeiend. Maar omdat dit nog vers in ons geheugen zat, konden we hier nu des te meer van genieten. 2 kinderen begint echt wel zijn vruchten af te werpen.

Zoals gepland, wilden we rond 14u à 15u aankomen op onze tentplek, zodat er nog genoeg tijd was om te rusten en te spelen. We vaarden nog langs een lappenhutje (een hutje gemaakt van boomstammen, mos en schors), picknickten op een eiland en gingen op zoek naar een geschikte tentplek. We wilden graag eens op een eilandje slapen. Maar, het werd opnieuw een lange vaardag. Na 1,5 uur zoeken vonden we eindelijk een plek die recht genoeg was om onze tent op te zetten, maar niet op een eiland. We waren wel een beetje teleurgesteld. Tot we 's avonds op de app keken, zagen we plots dat we toch op een eiland stonden. Onder blij gejuich wilden de kinderen persé ons eiland gaan verkennen. Het was een echt onbewoond eilandje zonder paadjes ter grootte van 3 voetbalvelden, met in het midden een heuvelrug.


Die avond ging Joris blauwe besjes zoeken, zoals we iedere avond deden, zodat we de volgende ochtend onze havermoutpap hiermee 'upgrade'. Nadat hij een volle pot bessen geplukt had, keerde hij terug naar onze tent. Alléé … dat dacht hij toch. Een beetje later realiseerde hij zich, dat hij naar de verkeerde kant wandelde van ons eiland. Haha … een typisch Jorisje. Dus toch een eiland dat groot genoeg is om even verloren te lopen.


Dag 4: Fantamagie op de bergtop.

We namen een dagje vrij van peddelen en wandelden naar een bergtopje van bijna 1000 meter hoog.

De kids vonden het erg spannend om naar een bergtop te wandelen. Ze zaten sinds gisteren al vol spanning en duidden telkens willekeurig een berg aan en zeiden “ Daar gaan we op klimmen!”.

We peddelden eerst van ons eiland naar het vaste land met wind op kop. Er stond best wel veel wind vandaag. Ik had de indruk dat we een winderig eilandje uitgekozen hadden. Maar het ging wel een zonnige dag worden, dus ideaal om naar een top te gaan. De bergtop lag op 250 hoogtemeters stijgen en 2,5 km wandelen. Op de kaart stond niet echt een paadje, maar Janne vond al snel een paadje dat naar de top liep. Juul wandelde goed mee voor een 4 jarige. Regelmatig wel met het nodige gezeur dat hij moe was. En Janne, die stapte flink mee en vond het geweldig om het paadje te zoeken als het weer even verdween, en “sssshhht... we moeten stil zijn” te fluisteren als we in de buurt van een rendier kwamen. En Joris was ook in zijn nopjes met Droonie rond ons te laten vliegen. Hoewel Droonie nog steeds voor de nodige stress zorgde, vloog hij deze keer al wel boven land en zonder bomen in de buurt. Dat is al iets gemakkelijker voor een drone piloot. Na 1,5 uur wandelen kwamen we op de bergtop aan met Droonie rond ons cirkelend. “Droonie is blij!” riep Janne het uit. “Ja … ik denk het ook.” antwoordde ik. Misschien was het wel hun eerste echte bergtop die ze beklommen. Janne had een bergtop beklimmen wel iets anders voorgesteld. Ze dacht dat ze echt moest klimmen op rotsen tot boven en nu moesten ze gewoon wandelen. Ze vonden dan al snel hun eigen 'klimrotsen' waar ze op klommen en in hun 'fantamagie' waren ze grote bergbeklimmers. Toch geweldig … het woord 'fantamagie' zelf, je voelt de magie er gewoon door. Ze beleefden veel plezier samen en van vermoeidheid was er geen sprake meer, ook niet bij Juul. En uiteraard viel Juul (zoals altijd) te pas en te onpas omdat hij Janne wou nadoen. We hielden regelmatig ons hart vast, want een ziekenhuis is hier niet in de buurt. Maar hij heeft een goede engelbewaarder, hij valt altijd zonder erge kwetsuren, enkel met veel 'gebleit'.

Er stond een stevige wind op de top, dus we picknickten boven met onze donsjasjes aan. Terug naar beneden ging het al heel wat sneller. We kwamen nog een 'hiker' tegen met zijn hond. We praatten nog even met elkaar en hij vroeg wat we gedaan hadden. “Amai hebben jullie kinderen zelf op die berg gewandeld?” en hij keek eens argwanend naar onze kids. We bevestigden dit en hij zei nogmaals met verontwaardiging “Op diej berg?!? Wow, chapeau voor jullie kinderen.” Joris antwoordde “Ja, wel met het nodige gezeur en ik heb hem 3 keer 5 min gedragen.” De hiker antwoordde al lachend “Ja terecht, als je zo klein bent!” Toen viel 'onze frank' dat hij eigenlijk wel gelijk had. We zijn inderdaad soms wel veeleisend. We nemen vaak Janne 'haar kunnen' aan als de grens van het minimum. Maar zij is zowiezo al een behendig en meewillend madammeke. En ze is nog eens 2 jaar ouder dan Juul. Zo loopt hij ocharme altijd achter in onze ogen. Nee … hij heeft eigenlijk heel goed gewandeld naar de bergtop. Goed gedaan Juul, we zijn fier op jou!


We waren allemaal best wel moe. We peddelden terug naar ons onbewoond eiland. Deze keer met wind in de rug. Een immens verschil. 's Avonds als we Janne en Juul in de tent wilden leggen, kregen ze weer een zotte bui. Dat gebeurt wel vaker als ze moeten gaan slapen, dan spuit de laatste energie er nog even uit. Als ze pipi hadden gedaan, vonden ze het super grappig om met hun broek op hun enkels in hun blote poep rond te springen in de stevige wind. En gieren dat ze deden … het was ook echt wel een grappig zicht.


Dag 5: Steen gebakken brood op een houtvuur.


We bleven in totaal 3 nachten op het eilandje kamperen. Het was tijd voor een echte rustdag. We vaarden opnieuw naar het vaste land naar een kampvuurplekje, want je mag hier in de zomer niet overal vuur maken wegens brandgevaar. We gingen voor het eerst eens brood maken op een kampvuur. Ik had op voorhand al een receptje opgezocht en bloem, zout en bakpoeder in een diepvrieszakje gedaan. Nu moest ik enkel nog lauw water toevoegen in het zakje. Samen met de kinderen kneedden we het deeg in het zakje. Heel gemakkelijk. En Joris zaagde en kliefde het hout en maakte ons kampvuur klaar. We lieten het deeg een half uurtje rusten en ontmoette ondertussen een Hollands koppel met hun 10 jarige zoon. We hadden een gezellige babbel en wisselden wat kano tripjes uit in België en Nederland. Het is altijd leuk om andere avontuurlijke ouders tegen te komen en onze ervaringen te delen. En we kregen meteen een ideetje over hoe we een extra zitje kunnen maken in Ally voor de kinderen, want momenteel zaten ze gewoon in een campingstoeltje.

Ondertussen rees het deeg en werd het tijd om het rond een stok te wikkelen en boven het vuur te bakken. Het bakken duurde best wel lang, veel te lang voor Joris en de kids. Ze werden er ongeduldig van en begonnen te zeuren, ja Joris ook. En het was niet zo praktisch, de stokken wogen te zwaar voor de kids en de broodjes vielen er bijna af. Maar eens het klaar was, smaakte het warme broodje heerlijk. Iedereen smulde er van! Ik ontdekte dat het nog gemakkelijker werd als je een platte steen naast het vuur legde en daar een mini stokbroodje op legde. Een echt 'steengebakken broodje' op een houtvuur … de naam alleen al doet je zin krijgen. Joris zag mij genieten en zei “Als jij nu een rugzak van 20kg op jouw rug zou krijgen, zou jij dat niet eens voelen. Dat is zoals bij mij als ik foto's trek.” En zoals altijd eindigden de kids het kampvuur met marshmallows. En de rest van onze vrije dag speelden Janne en Juul aan het mini strandje.

We keerden voldaan terug naar ons eilandje. Het deed ons deugd om even een rustdag te nemen.




Dag 6: Broodje kaka.

Zoals iedere ochtend in de tent moesten we hetzelfde zinnetje zeggen tegen de kinderen. Omdat we het risico niet wilden nemen dat ze 's nachts eens in hun slaapzak zouden plassen, deden we ze voor alle zekerheid een pamper aan. Erg vonden ze dat niet, ze vonden het zelfs leuk om baby'tje te spelen. Als ze wakker werden moesten we altijd tegen Juul en Juul zeggen: “Flinke baby vis of baby koala, je hebt geen pipi of kaka gedaan in je pamper.” En als we het niet juist zeiden, dan verbeterden ze ons en moesten we het nog eens herhalen.



We zaten al 3 nachten op hetzelfde eiland en gingen op een vaste plek onze behoefte doen. Daarna begroeven we deze en legde er mos op zodat je er niets van zag. En het WC papier verbrandden we altijd. Die ochtend zei Juul enhousiast: “Papa, ik heb jou kaka gevonden!” Na wat doorvragen kwam het hele verhaal er uit. Juul vond het blijkbaar leuk om onze kaka's op te graven en speelde hier broodje worst mee. Hij prikte in 'de worst' en vroeg “Wil jij een broodje Janne?” En dan antwoordde zij “Nee dat is geen worstje, dat is kaka!” En dat vonden ze dan super grappig. Toen Juul dit vertelde grinnikte Janne een beetje beschamend naar ons, maar ze had toch gretig het spel meegespeeld met Juul. Blijkbaar had ze ook eens met haar vingers per ongeluk 'de worst' aangeraakt. “Maar ik ben dan gewoon mijn handen gaan wassen in het water en klaar … ze waren weer proper.” vertelde ze doodleuk. Tja … het werd precies tijd dat we van ons eiland vertrokken.

Het was windstil toen we vertrokken van ons eiland. Het meer was opnieuw een spiegel en lag er vredig bij. We vaarden nog even een klein toertje op het grote meer waar we gingen eiland hoppen. De kinderen duidden telkens een klein eilandje aan, waar we dan iedere keer voor enkele minuten voet aan wal zetten.


Onze peddeldag eindigde deze keer goed op tijd. Rond 14.30u installeerden we ons nieuw kampement en een beetje later passeerden er tot grote vreugde van de kinderen 3 rendieren. Het werd een relaxte dag met genoeg speeltijd en een zwemmetje in het meer. Deze keer vonden de kinderen het heel spannend, want ze gingen hun reddingsvesten testen. Met hun reddingsvest aan gingen ze in het ijskoude water. Juul was er geen held in. Hij begon meteen paniekerig te roepen. Het water was veel te koud voor hem, genoeg getest zei hij. Janne wou al iets langer er in blijven, maar was er ook weer snel uit. Maar de conclusie was wel dat ze goed bleven drijven met hun kopje boven water.


Als avondactiviteit gingen we samen bessen plukken. Enkele dagen voordien, kreeg ik nog van Janne te horen “ik vind het saai om bessen te plukken, ik ga terug naar papa.” Maar vandaag werd het een leuke gezinsactiviteit. Het was zelfs zo leuk dat Juul zei “Ik vind het leuk om zoveel samen te zijn.” Ja … we staan hier niet altijd bij stil, maar weinig gezinnen kunnen zo veel tijd samen besteden. We zijn 2 maanden dag en nacht samen als gezin, wat natuurlijk niet altijd rozengeur en maneschijn is. Maar het doet wel wat met je als je kinderen dit opmerken en hier dan ook nog van genieten. Ik denk dat onze band wel steeds hechter wordt na zo'n reis. Het voelt wel fijn aan dat wij dit kunnen doen.

Die avond hoorden we nog een raar dierengeluid, het leek op het geloei van een koe, maar dan met een hogere toon. Koeien zitten hier niet, dus Joris zei “Een eland!” Ik twijfelde toch. Ik weet niet welk geluid een eland maakt, maar waarschijnlijk zal het wel een rendier geweest zijn. Dat zijn de koeien van hier. We hadden nog steeds geen eland gezien en dat staat nog steeds op onze bucketlist. Weer wat later hoorden we een ander raar geluid, en Joris zei weer “Dat is misschien een eland!” Ik keek hem bedenkelijk aan. En toen volgde het gefladder van een eend in het water. We moesten er om lachen dat Joris overal elanden hoorde, maar spijtig genoeg nog geen eland dus. Maar met zonsondergang zagen we wel aan de overkant van het meertje een kudde rendieren zwemmen. Wauw! Ook wel bijzonder om te zien. Ik wist niet dat rendieren zo goed konden zwemmen.



Dag 7: Krachtpatser

We vaarden die dag naar een andere vuurplek, waar we een kampvuur mochten maken. Ik keek er sinds mijn vorige bakkunsten al naar uit om het opnieuw te proberen, want ik had er echt wel van genoten. Na het rijzen van het deeg, maakten de kinderen hun eigen broodjes. Janne maakte een donut vorm en Juul maakte een zonnetje. En fier dat ze waren. Even fier als hun moeder die een hartje maakte met daar 'W J' in geschreven. En we hadden nog gedroogde vijgen over, dus werden er ook nog vijgenbroodjes gebakken. Het was heerlijk, de kinderen hadden nog nooit zo veel brood gegeten. We hadden 1 kg brood opgegeten met vier. En nadien kwamen natuurlijk nog de marshmallows. Nu eerlijk gezegd maakten de kinderen hun marshmallows niet echt warm. Vooral Juul hield hem 3 seconden boven het vuur en zei dan “De mijne is klaar!”.


Ondertussen had ik van andere kanovaarders opnieuw een andere techniek afgezien om Ally te dragen. Sommigen droegen hem op hun schouder. Dat zag er erg zwaar uit en enkel voor de krachtpatsers bedoeld, maar ik zag ook een jonge vrouw dit doen. Dus … wij gingen dat dan ook eens proberen. Hop … tegelijkertijd Ally in één keer op je schouder leggen en wandelen maar … Tot mijn verbazing ging dit nog gemakkelijker! Soms kan iets heel moeilijk of zwaar lijken en niet haalbaar voor jezelf, maar als je het dan probeert dan verbaas je jezelf. Weer een mooi inzicht voor mezelf. Nu kon ik tenminste zien waar ik mijn voeten neerzette. En dat was wel heel handig, want de paadjes waren hier niet echt vlak. Soms moest je stijgen of dalen en stapte je van rots naar rots en leek het eerder op een hindernissen pad.

Die dag was Juul heel moe en was hij vroeger gaan slapen. Eigenlijk voelden we ons allemaal wel wat vermoeid. Misschien komt dit omdat we continue buiten leefden in de zon en de wind?

Dag 8: De laatste dag

Onze laatste dag varen werd een warme dag van 22°C. Gezien er momenteel weer een hittegolf heerste in België, lijkt dit misschien zelfs koud, maar voor ons was dit echt al puffen. De temperatuur was hier overdag tussen de 15°C en 22°C en 's nachts kon het hier 2°C zijn. We waren ondertussen al zo goed geacclimatiseerd aan het Scandinavische weer, dat 22° C te warm aanvoelde als we peddelden. Dus gaan zwemmen in het ijskoude water was dan een ideale verkoeling. Hoewel … iedere keer stapte ik een beetje stuntelig in het ijskoude water. Uitkijkend naar waar ik mijn voeten zette op de glibberige rotsen, zei ik telkens opnieuw “En waarom doen wij onszelf dit aan?” “Omdat het nadien zooo goed aanvoelt!” was dan altijd het antwoord. En dat was inderdaad zo.


Hopelijk is de hittegolf in september voorbij, anders gaan wij nog afzien. Ondertussen verlekkerden we ons stilaan op een 'echte' douche. De kinderen en onze haren konden wel een wasbeurt met zeep gebruiken. Shhht ... niet tegen kind en gezin vertellen, hè. We zwommen wel regelmatig in de zee en meertjes, maar we gebruikten dan geen zeep. Ik gebruik niet graag zeep om het ecosysteem in het natuurlijke water niet te beschadigen. Ten slotte drinken wij dit water hier ongefilterd. En eerlijk gezegd, viel zeeploos wassen wel mee. Het is niet dat onze haren heel vettig waren. Alleen Joris diende toch wel iets met zijn lichaamsbeharing te doen. Sinds het hilarische zeewier avontuur in Estland, waren er blijkbaar toch enkele bizarre bijwerkingen opgetreden ;-). Ik kreeg een speciale moederdagcadeau, zoals je kan zien.


Terug naar het kanovaren... Voor de allerlaatste keer mochten we nog een lange en moeilijke portage doen met Ally. Maar ik moet eerlijk toegeven, hoe lastig ik ze ook vond in het begin, des te leuker ik ze eigenlijk nu vind. Het was een leuke afwisseling geworden tijdens het varen. Het zeulen met Ally was nu zoveel aangenamer dankzij de andere technieken. Ik durf het zelfs bijna niet te zeggen, maar ik begon er zelfs naar uit te kijken. En ja … Joris deed meestal wel het zwaarste werk. Hij bracht de zware zakken naar de andere kant, terwijl ik vaak bij de kinderen wachtte. Dus voor hem was het wel zwaarder.


We kwamen voldaan terug aan ons beginpunt in Karingsjön. Nadat we alles ingepakt hadden vertrokken we naar een gezellig plekje met een steigertje aan een meer. Er stond al een busje van een rustig Nederlands koppeltje. Ze waren vriendelijk en op één of andere manier hing er een leuke energie rond hen. Het is niet dat we uren met hen konden babbelen, maar het was echt eerder een gevoel. Dat maakte dat het aangenaam was om in hun positieve aanwezigheid te vertoeven. Ze hadden 3 maanden geleden hun baan en huis opgegeven om met hun zelf omgebouwde bus rond te trekken. Ze hadden het plan om in Noorwegen een plek te zoeken om te wonen en veel te reizen. Ik heb altijd een grootse bewondering voor mensen die zulke grote stappen durven zetten in hun leven.

Onze kinderen kregen 's ochtends nog een heerlijk pannenkoekje met blauwe bessen van hen. Nadien zwaaiden we ze uit en wensten we elkaar vanuit ons hart het allerbeste toe in het verdere leven.

We hebben veel leuke mensen en gezinnen tegen gekomen tijdens onze kanotocht. Slechts een enkele keer kregen we allebei een minder aangenaam gevoel bij mensen. Ik ben eigenlijk wel benieuwd hoe andere mensen 'ons' soms aanvoelen. Het zal waarschijnlijk wat afhangen in welke stemming dat we zijn (daar kom ik nog later even op terug). Maar ik vind het wel fijn om de verschillen aan te voelen tussen de sferen die rond mensen hangen. Dat is iets waar wij ons vroeger minder bewust van waren.

Dus zoals ik al vertelde, kwamen we iedere dag wel enkele kano's of packrafts tegen. Dus echt verlaten voelde het niet aan. Maar er waren inderdaad geen wegen, huizen, weinig 4G of gsm ontvangst. En vooral de stilte was zalig. We hadden geen enkel motorisch voertuig gehoord gedurende 8 dagen … tenminste als we de 2 overvliegende vliegtuigen niet meerekenen. We genoten enkel van de natuurgeluiden: de roep van dieren, de wind in de bomen en de golven die tegen de het land klotsten. En oh ja … onze kinderen natuurlijk :-D.

Voor ons was de kanotocht geslaagd en zeker voor herhaling vatbaar. Als we aan onze kids vroegen wat zij er van vonden. Dan antwoordden ze “Ik vond het leuk. Vooral het spelen op het land, naar de bergtop wandelen en ons eiland verkennen was het leukste. Het lang kanovaren vond ik wel minder leuk.“ Bij dit laatste kan ik me wel bij neerleggen.

Om even op onze stemming terug te komen, of beter gezegd mijn stemming. Want Joris zijn stemming hing voornamelijk af van Droonie met zijn kuren wanneer die in de lucht hing ;-).

De eerste dagen waren opnieuw even moeilijk voor mij. Het maakte niet uit waar ik was, mijn diagnoseverhaal bleef me achtervolgen, zelfs tot in het midden van de bossen van Zweden. Misschien kwam de angst hier wel meer naar boven. Je hebt hier immers geen afleidingen zoals je thuis wél hebt. Je hebt enkel de pure natuur en jezelf. Op die momenten voelde dit aan als een onaangenaam gevoel dat me bleef achtervolgen. Het legde precies een mistige sluier over mijn belevingen. Ik ben wel blij dat ik hier met Joris openlijk over kan praten, mijn steun en rots in de branding. Echt een welgemeende dankjewel Joris. Toch is het misschien niet zo slecht dat deze angsten boven kwamen drijven. Want ik geloof echt wel dat ze dan ook geheeld kunnen worden, telkens weer beetje bij beetje. En dankzij de cursussen die ik volgde, gaven ze me ook houvast in deze periodes. En van de ene moment op de andere moment verdween deze mistige sluier weer. Het angstige gevoel kantelde naar opnieuw 'mijn vrolijke ik'! Ik kon weer volop genieten van de kleine dingen des levens. Het voelde zelfs even nog intenser aan dan ervoor, omdat ik ervoer hoe kwetsbaar het kleine geluk was. Zelfs op reis heeft het leven altijd zijn ups & downs en dat is iets wat ik in mijn schrijven probeer weer te geven. Net zoals dag en nacht, eb en vloed, man en vrouw, tegengestelden zijn en die toch niet zonder elkaar kunnen. Allebei perfect in hun eigen imperfectie...